Het is schering en inslag, grote topclubs die jonge talenten losweken bij andere en 'kleinere' Europese ploegen. Zo keek RSC
Anderlecht bijvoorbeeld aan tegen financiële en sportieve katers door het vroegtijdige vertrek van Adnan Januzaj en Charly Musonda Jr.
Paars-Wit kreeg enkel een opleidingsvergoeding en dat is een wereld van verschil met de huidige marktwaarde van beide supertalenten. Maar is er beterschap in zicht voor onder meer de Belgische ploegen? Zo aast de invloedrijke European Clubs Assciation (ECA) alvast op een grote verandering.
"Vanaf zestien jaar mag je al een tijdelijk contract tekenen om te erkennen wie je club van opleiding is, maar daarvoor komen de grote clubs al aandraven bij de jonge spelers", zo zegt Michael Verschueren, een Belg die lid is van de ECA, in
Het Laatste Nieuws. "We willen met Europa een regeling uitwerken."
"Daarbij willen we de jongeren beschermen tegen het feit dat ze al op hun veertiende met heel hun gezin uit hun eigen regio worden weggerukt om ergens in Spanje, Italië of Engeland te voetballen. Het eerste jaar krijgen ze veel geld, het tweede jaar kunnen ze vaak de verwachtingen niet meer inlossen en daarna vallen ze van de regen in de drop."
"Het feit dat je een kind van veertien uit zijn algemene opleiding weghaalt en hem ergens anders in een andere vorm van opleiding zet, is niet goed voor dat kind. Daarom willen we naar een Europese wetgeving", zo luidt het voorstel.