De voorbije seizoenen was Waasland-Beveren niet altijd het toonbeeld van stabiliteit. Elke seizoen kwam er een nieuwe trainer en werd een legioen nieuwe spelers aangetrokken, die vaak al even snel weer weg waren. Dat was ook deze zomer weer het geval, maar tijdens de eerste drie competitiewedstrijden stonden wel telkens dezelfde elf spelers aan de aftrap.
"Misschien is dat verrassend, maar zou dat bij elke club niet de bedoeling moeten zijn, dat je de ploeg laat staan als je tevreden bent?", legt assistent-trainer Herman Vermeulen uit in
Sport/Voetbalmagazine. "We brachten een ploeg in stelling voor de eerste wedstrijd tegen
Anderlecht en daar waren we tevreden over."
"De match daarop wonnen we van Kortrijk en na Standard hadden we opnieuw het gevoel van: weer net niet genoeg, maar we zitten er dicht bij. Je moet niet blind zijn, maar veranderen moet je doen door blessure, schorsing of vormverlies."
"Dit is een nieuwe staf en een nieuwe ploeg, in Luik zat met Valtteri Moren een jongen op de bank die maar één keer meetrainde. Zaak is nu eerst automatismen op te doen, en daarna proberen te versnellen. Ook niet vergeten dat we niet op elke positie een dubbele bezetting hebben."