Sinds februari 2016 is Harm van Veldhoven technisch manager van de Nederlandse tweedeklasser FC Eindhoven. In het verleden was hij trainer van Lommel, FC Brussels, Cercle Brugge, Germinal Beerschot, Roda JC, KV Mechelen, Delhi Dynamos en KVC Westerlo. Wij hadden een zeer aangenaam gesprek over zijn jaren als trainer.
In België worden dit seizoen weer trainers met de vleet ontslagen. In Nederland is dat veel minder het geval. Dat is geen toeval. "Ik wist wel vanuit mijn periode bij Roda JC dat het in Nederland zeer gestructureerd was. Daar ergerde ik mij wel aan in België. Toen ik hier technisch manager werd, was het belangrijk om bij een club met een goede structuur aan de slag te gaan. In België was alles op korte termijn. Veel coaches zijn er weer ontslagen en we zijn nog maar december. Daar gaan er nog twee, drie coaches uit. Dat was ik wat beu. Daarom wilde ik iets anders. Ik zocht meer stabiliteit."
"Of het een grote aanpassing was? Dat viel eigenlijk goed mee. Ik heb die eerste maanden ook verschillende aanbiedingen, ook uit België en Nederland, gekregen. Daar voelde ik niks voor. Hier zit er een idee achter. En dat is belangrijk voor mij. Ik wilde bij België niet altijd bij die onderste vijf, zes ploegen ‘smeken’ voor een ploeg. Dat moet iedereen voor zichzelf uitmaken. Ik zag dat niet meer zitten."
Jullie hebben 10 Belgen in jullie kern. Een bewuste keuze?
"We moeten een balans maken, het mag natuurlijk ook niet de spuigaten uitlopen. Ik ken veel mensen in België. Met een paar Belgische en Nederlandse clubs ga ik om de vijf, zes maanden langs. Dan praten we over de spelers. Wie is einde contract, hoe ontwikkelt die speler zich, wie kan op huurbasis weg… Ik ben ook eerlijk naar hen toe. Als je duidelijk communiceert, dan krijg je ook meer respect voor elkaar. Veel ploegen pakken er maar spelers bij en dan heb je nadien veel problemen. FC Eindhoven is voor sommige spelers een club waar jonge spelers zich kunnen doorontwikkelen. Dat gebeurt dan wel binnen onze ambities."
Is het heel anders om als technisch manager dan als hoofcoach te fungeren?
"In visie blijft de job TD/coach hetzelfde. Je moet wel iets meer met budgetten werken. Waar ik werkte, werkte ik altijd in functie van de spelersgroep en de budgetten. Sommige collega’s hebben graag veel spelers. Ik wilde altijd 22,23 spelers en probeerde ze er allemaal bij te betrekken. Maar je wordt ook slachtoffer van de situatie. Bij KV Mechelen werd Pedersen verkocht voor veel geld, en kwam er niks in de plaats. Bij Beerschot zag ik spelers zoals Losada, Malki, Steppe, Colman en anderen vertrekken. En dan zei het bestuur: 'bekijk het nu maar, het geld is binnen'. Dan kun je je ambities niet meer waarmaken. Nadien sta je dan negende en ontslaan ze je. Ik ben nooit het type geweest om dan tijdens het seizoen met modder te gooien. Dat moet je dan maar accepteren. Als je dat allemaal gezien hebt, dan wordt het steeds moeilijker. Dan heb je iets van: ‘ik wil dat niet meer doen, ik heb dat gedaan’. Je hebt meer ambitie dan dat, en dan is geld ook geen motivatie meer."
Hoe kijk je terug op je ontslag bij Westerlo?
"Het laatste jaar bij Westerlo was ook zo. Je houdt de club eerst in eerste klasse. Het tweede jaar krijg je te maken met blessureleed bij spelers, zoals De Ceulaer en Gounongbe. Dan kan je niet meer brengen wat nodig is en dan ben je eraan voor de moeite. Bob Peeters maakte dat op zijn manier mee, en ook Jacky Mathijssen heeft die problemen. Ik ben vertrokken toen we voorlaatste stonden. Westerlo staat nu geen stap verder. Je moet sterk zijn om daar telkens mee te blijven omgaan als trainer. Soms is dat wel frustrerend. Dat hoort uiteraard ook bij de job. Dan moet je keuzes maken. Kies je voor het buitenland, of ga je iets anders doen. Bij FC Eindhoven vond ik die uitdaging. Het is een nieuwe wind. Je bent dan wel 54 jaar en je bent altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen. Voor de club was het ook afwachten. In de eerste gesprekken wilden ze uiteraard ook weten of ik niet meteen op de eerste de beste aanbieding om ergens weer trainer te worden, zou ingaan."
Mis je het trainersschap?
"Het moeilijkste zijn de wedstrijden. Ik heb nog altijd gesprekken met spelers, met de trainer… Dan voel je je weer betrokken. Maar de wedstrijd zelf, dan ben je machteloos. Je ziet de dingen ook op je eigen manier. Door de week praat ik regelmatig met de coach. Tijdens de match moet ik dat natuurlijk loslaten."
Hoe kijk je tegen je huidige job aan?
"Ik vind het een groot voordeel dat ik zelf coach ben geweest. Ik weet wel hoe groot de druk kan zijn. Ik hoop dat hij het ook een meerwaarde vindt dat hij met een ex-trainer kan praten. Het praat toch iets makkelijker. Ik ben de laatste om een bepaald idee op te dringen. Ik weet hoe vervelend dat kan zijn. Mijn insteek is om deze job bij FC Eindhoven toch voor verschillende jaren uit te oefenen. Ik wil ook kijken waar hier mijn maximum in ligt. Ik vind bijvoorbeeld dat er in België veel te weinig technisch directeuren zijn die echt uit het voetbal komen. Ik vind dat dit een enorme meerwaarde. Als je dan omringd bent door een paar mensen, dan heb je altijd dat voetbalinzicht. Zoals Dimitri De Condé bij KRC Genk? Inderdaad, maar ook Willy Reynders heeft dat bij Lokeren. Voor de rest moet je al gaan zoeken. Luc Devroe is ook zo iemand. Daar heb ik mij soms wel aan gestoord als coach."
Tot slot. Zie je jezelf ooit nog trainer worden?
"Ik zeg niet dat ik het nooit meer zal doen, in België en Nederland waarschijnlijk niet meer, maar het kan wel zijn dat ik misschien een uitdaging in het buitenland aanga. Ik verwacht het niet, maar ik sluit het ook niet uit."