Jos Daerden voelt zich immers goed als T2 bij KRC Genk. "Nee, ik word geen hoofdtrainer meer. Die ambitie is weg. Wat als Albert...? Ik ben ervan overtuigd dat het zo ver niet komt. We geraken hier samen uit. De chemie tussen Albert en de spelers is er nog. Hij is heel aanwezig in de kleedkamer. Natuurlijk schiet een coach beter op met speler X en minder met speler Y. Dat is menselijk, je hebt met ego’s te maken. Maar ook als je met iemand niet zo goed overweg kan, betekent dat niet dat je professioneel niet kan samenwerken", zegt hij in Het Belang van Limburg.
Daerden maakte het zelf ook al mee. "Ik verwijs naar mijn periode bij Germinal Beerschot. Toen ik daar kwam, stond de ploeg voorlaatste. Ik pakte meteen 27 op 33. Fantastisch. Maar Ivan Leko zat op de bank en dat deed me pijn. Hij was immers een modelprof. Alleen, ik kon hem niet zetten. Omdat het goed ging en omdat Leko keihard bleef werken, viel dat tussen de plooien. Maar op de momenten dat het slecht gaat, worden dergelijke zaken uitvergroot. Pieter Gerkens en Peter Maes is ook zo’n verhaal. Dat wordt nu weer opgerakeld."