Club Brugge haalde afgelopen zomer een pak nieuwe namen in huis en een aantal van hen toonden zich inmiddels al een grote meerwaarde. Maar gezien de ruime kern moesten verschillende spelers vertrekken. En dat gebeurde niet altijd op een even mooie manier.
Ricardo van Rhijn bijvoorbeeld, werd eerst naar de B-kern verwezen alvorens hij aan AZ Alkmaar werd verhuurd. "Het werd me al snel duidelijk dat ik niet meer gewenst was. Ik kreeg te horen dat ik tien dagen langer vakantie mocht houden. Daar heb ik niet op gereageerd. Ik ben gaan trainen, tot verbazing van iedereen. Binnen de club bleek rondverteld te zijn dat ik het niet meer zag zitten en niet meer zou komen. Mijn plek in de kleedkamer was overgenomen, de materiaalman had me niet meer verwacht en had geen trainingskleding voor mij. Echt heel vreemd om mee te maken", doet de Nederlander zijn verhaal bij Voetbal International.
Van Rhijn beweerde ook dat Ivan Leko hem een nieuwe kans wou geven en viseert dus vooral het Brugse bestuur. "Ze hebben het recht bepaalde beslissingen te nemen, maar ik laat me niet gek maken. In de media stond dat ik het niet meer naar mijn zin zou hebben in Brugge en dat ik zelf zou willen vertrekken. Bovendien zou ik moeite hebben met de Belgische manier van verdedigen, wat dat ook moge betekenen. Totale onzin, die namens mij werd verspreid. Bizar."