Spanje heeft zich zondag in Kiev voor de tweede achtereenvolgende keer gekroond tot Europees kampioen. De ploeg van bondscoach Vicente del Bosque was met 4-0 te sterk voor Italië en die zege kwam haast nooit in gevaar. David Silva, Jordi Alba, Fernando Torres en Juan Mata verzorgden de doelpunten, waardoor de unieke treble een feit is.
La Furia Roja heeft als eerste land drie opeenvolgende hoofdtoernooien winnend afgesloten.
In de openingsfase lieten de beide ploegen eenmaal van zich horen middels een afzwaaier. Het eerste echte doelgevaar was van Spaanse makelij. Na tien minuten leidde een combinatie tussen Andrés Iniesta en Xavi tot een poging van de laatstgenoemde, die de bal nipt over het doel van Gianluigi Buffon schoot.
Na een klein kwartier was het wel raak voor de Spanjaarden. Een sublieme steekpass van Iniesta lanceerde Francesc Fà bregas, die vanaf rechts Silva aanspeelde. Laatstgenoemde twijfelde geen seconde en kopte de bal hard in de verre hoek, waarmee hij de openingstreffer op het scorebord zette en zijn ploeg een droomstart bezorgde. In de daaropvolgende fase vertoonde Italië zich vaak op de vijandelijke helft, maar na ruim een half uur creëerde
La Squadra Azzurra de eerste serieuze dreiging. Een pegel van Antonio Cassano werd gepareerd door de Spaanse goalie Iker Casillas.
Een paar minuten voor de rust moesten de Italianen opnieuw buigen voor de opponent. Xavi ontving de bal na een razendsnelle omschakeling en stuurde Alba precies op het goede moment in de diepte. Oog in oog met Casillas bleef de linksachter koel en schoot het leder beheerst achter de doelman. Italië beet meteen van zich af en wilde nog voor rust de aansluitingstreffer maken. Een snoeiharde poging van Riccardo Montolivo strandde echter op de vuisten van Casillas. Even later vormde een afstandsschot van Silva geen probleem voor Buffon, waardoor Spanje met een comfortabele voorsprong de rust inging.
Het tweede bedrijf begon direct met veel vuurwerk. Italië maakte de aanvallende intenties direct kenbaar door Antonio Di Natale. De invaller zorgde meteen voor gevaar door een voorzet van Ignazio Abate maar net over het doel te koppen. Even later baande Fà bregas zich een weg door de verdediging van Italië, maar een reflex van Buffon zorgde ervoor dat hij niet voor de derde keer werd gepasseerd. Vlak daarna maakte de Italiaan Leonardo Bonucci een duidelijke handsbal in het zestienmetergebied, maar de Portugese arbiter Pedro Proença kende geen strafschop toe. In de tegenaanval dook Di Natale op voor het doel van Casillas en had een uitgelezen kans om het aansluitingsdoelpunt te maken. Opnieuw hield de Spaanse doelman zijn ploeg op de been, waarmee hij een einde maakte aan de hectiek van de openingsfase van de tweede helft.
De Italiaanse bondscoach, Cesare Prandelli, hoopte met een frisse kracht zijn elftal een impuls te geven en bracht dus Thiago Motta in het veld. De middenvelder was de derde wissel van Prandelli en daar kreeg de oefenmeester enkele minuten later de rekening voor gepresenteerd. Motta viel namelijk uit met een blessure, maar de trainer mocht niet meer wisselen. Zodoende moest zijn ploeg met tien man verder. Daarna leek het geloof weg bij Italië. Spanje had continu het balbezit en tikte het leer rustig rond, maar werd niet doelgevaarlijk.
Een kwartier voor tijd maakte aanvaller Fernando Torres zijn opwachting in het Spaanse elftal en hij gaf zo'n tien minuten later zijn visitekaartje af. Dankzij balverlies van Italië kreeg Xavi de bal en speelde het speeltuig op sublieme wijze naar Torres. De invaller verscheen alleen voor het doel van Buffon en schoot zonder aarzeling de derde treffer. Vlak voor tijd dook Torres opnieuw op in het Italiaanse doelgebied. Hij kon zijn tweede treffer maken. Hij glipte door de buitenspelval en speelde de bal breed naar ploeggenoot Juan Mata. Die schoof de bal langs Buffon en maakte de vernedering voor Italië compleet: 4-0.
Scoreverloop:
1-0 (14') David Silva
2-0 (41') Jordi Alba
3-0 (84') Fernando Torres
4-0 (88') Juan Mata
Bijzonderheid:
Thiago Motta werd als derde Italiaanse invaller in het veld gebracht, maar viel enkele minuten daarna uit met een blessure. Omdat hij de derde wisselspeler was, moest Italië verder met tien man (63').