Aan het huwelijk tussen Laszlo Bölöni en Standard Luik kwam woensdag kortstondig een einde. De oefenmeester stapte uit eigen beweging op bij de Belgische landskampioen. Na zijn vertrek deed de Roemeen tegenover
Het Laatste Nieuws zijn verhaal uit de doeken. "Ik ben al achttien jaar bezig als trainer. Achttien jaar, maar nooit eerder had ik zoveel pech."
Bölöni verliet Standard toen het op de zesde plaats stond in de
Jupiler Pro League. "Dat het zo'n vaart zou lopen, had ik echter niet verwacht", aldus de trainer. "Nu en dan zijn we wel een oase tegengekomen, maar we bevinden ons nog altijd in de woestijn."
Dat Bölöni nog altijd spreekt over 'we' tekent de oefenmeester. Bölöni kon altijd goed overweg met de spelersgroep, maar na vertrek van sterkhouders als Marouane Fellaini, Dante en Oguchi Onyewu kon hij uiteindelijk niet opvangen. "De aangeworven spelers waren allemaal wissels op de toekomst", vervolgde de Roemeen.
"Die jongens kunnen over drie à vier jaar vaste waarden worden, maar zijn dat nu nog niet. Dat Marcos en Sarr hun niveau niet halen, komt door het vertrek van Onyewu. Zij trokken zich aan hem op. Tijdens de voorbije transferperiode had ik vooral gehoopt op een bijkomende spits die de anderen het vuur aan de schenen kon leggen. De club heeft haar best gedaan, maar het lukte niet."
Bölöni wordt verweten te veel watten te leggen onder topspeler Milan Jovanovic. "Stak mijn goede relatie met Jovanovic de ogen uit? Wees eens eerlijk: wie maakt het verschil als hij het niet is? Aan wie hebben jullie de Gouden Schoen gegeven? Kennen we er dan allemaal niks van? Ik wil gerust wedden dat hij nog acht keer zal scoren in de competitie", besloot hij.
Standard Luik ving het vertrek van Bölöni intern op door Dominique D'Onofrio aan te stellen. De broer van sterke man Luciano D'Onofrio was eerder tussen 2002 en 2006 trainer van de Waalse club.