RSC Anderlecht tankte vertrouwen in het vriendschappelijke tweeluik tegen AS Saint-Etienne. In beide oefenmatchen in het Stade Geoffroy-Guichard – die telkens 75 minuten duurden – trok Sporting telkens aan het langste eind. Franky Vercauteren koos aan de start van de eerste wedstrijd voor een soort type-ploeg, waarin een pak potentiële basisspelers opdraafden. Maar ook het elftal van de tweede match zag er voldoende aantrekkelijk uit, en bezat tevens veel kwaliteit. Het algemeen spelbeeld van dat experimenteel elftal haalde de strenge eisen van Vincent Kompany, maar logischerwijze waren er ook heel wat werkpunten.
VERCAUTEREN EXPERIMENTEERT
In een elftal zonder automatismen, maar wel met veel 'nieuwe' gezichten en oude bekenden, was het niet gemakkelijk om een sterk Saint-Etienne partij te geven. Franky Vercauteren koos in de tweede oefenwedstrijd tegen Les Verts voor een experimenteel elftal met teruggekeerde huurspelers Antonio Milic, Hannes Delcroix en Luka Adzic; nieuwkomers Timon Wellenreuther en Ilias Takidine; langdurig geblesseerden Yari Verschaeren, Pieter Gerkens, Antoine Colassin en Landry Dimata; oude bekenden Adrien Trebel, Edo Kayembe en Derrick Luckassen; en youngsters Marco Kana, Anouar El Hadj en Sieben Dewaele.
Enkele leuke vaststellingen vielen waar te nemen tijdens de beginperiode van de tweede wedstrijd tegen Saint-Etienne. Op de linksachter, een positie waar nog wat extra versterking te verwachten valt, koos coach Vercauteren voor Edo Kayembe, die vorig seizoen – met wisselend succes – daar eerder al depanneerde. Op het middenveld waren Marco Kana en Adrien Trebel de centrale motor van een experimenteel Anderlecht, maar er kon weinig negatiefs worden opgemerkt over hun prestatie. Vooraan opteerde Vercauteren voor de eindelijk gerecupereerde Landry Dimata als diepste spits, terwijl Yari Verschaeren de bonkige spits van de nodige steun mocht voorzien.
WELLENREUTHER MAAKT INDRUK
Na het affluiten van deze wedstrijd - na 75 minuten voetballen - stond het scorebord 0-1 in het voordeel van RSC Anderlecht, en algemeen gesteld was het spelbeeld van dit proefondervindelijk elftal dan ook eerder behoorlijk. Op papier deed Sporting een uitzonderlijke zaak door te scoren én de nul te houden, waarbij het in eerste instantie de erg sterke doelman Timon Wellenreuther mag bedanken. De Duitse nieuwkomer van Willem II moest maar liefst vijf Franse doelpogingen zien te weren, dat gemiddelde lag in de Eredivisie een pak lager, maar Wellenreuther doorstond zijn vuurproef met verve. Uiteindelijk werd geen enkele van die vijf kansen via Arnaud Nordin (2), Denis Bouanga (2) en Harold Moukoudi (1) omgezet in een tegendoelpunt, en die pluim mag Wellenreuther grotendeels op zijn hoed steken.
Anderlecht incasseerde dus vijf doelpogingen op het eigen doel, maar in totaliteit kon Saint-Etienne maar liefst vijftién schoten afvuren richting Wellenreuther, en dat is toch wel een alarmerende vaststelling. Vorig jaar lag seizoensgemiddelde van Anderlecht qua schoten richting het eigen doel al op een hoge twaalf per wedstrijd, waarbij zes ploegen uit de Jupiler Pro League nog meer kansen te slikken kregen. In dat onderdeel presteerde Anderlecht vorig seizoen dus al heel ondermaats, en trekt het blijkbaar die negatieve lijn door. Met de vijftien ondergane doelpogingen tegen Saint-Etienne zou Anderlecht zelfs de laatste plaats in de Jupiler Pro League bezetten. Al moeten we opnieuw duidelijk nuanceren dat Vercauteren in de tweede wedstrijd tegen ASSE een érg experimenteel elftal tussen de lijnen bracht. En uiteraard betrof het slechts een oefenwedstrijd.
BLEKE AANVALLERS
En net daarom moeten de positieve elementen ook belicht worden uit de tweede oefenmatch tegen Saint-Etienne. Zo kon de onuitgegeven Paars-Witte ploeg zelf toch tien doelpogingen forceren en achttien georganiseerde aanvallen opzetten. Deze aantallen zijn gelijkaardig aan de seizoensstatistieken bij Anderlecht van vorig jaar, maar waren toch eerder gemiddeld in vergelijking met alle teams uit de Jupiler Pro League. Op het gebieden van kansencreatie én afwerking ervan mag er dus zeker nog een tandje worden bijgestoken, want met Antoine Colassin (25 minuten), Landry Dimata (45 minuten) en Yari Verschaeren (75 minuten) liep er tegen Saint-Etienne toch meer dan voldoende talent rond in de aanvalslinie van Sporting.
Uit deze tien gecreëerde doelkansen kon Anderlecht wel amper drie pogingen op doel puren, slechts 30% van de kansen richting het doel belandden dus ook effectief tussen het kader, waarbij trouwens het grootste aandeel via de verdediging kwam. In de tweede partij tegen Saint-Etienne konden enkel Luckassen, Verschaeren en Delcroix hun vizier tussen de palen houden, die laatste kon zelfs scoren na een geharrewar in de zestien van de tegenstander. Spitsen Colassin en Dimata konden echter geen énkel schot tussen het doelkader mikken, en er werd van het duo zelfs geen poging tot een doelkans genoteerd. Ook dit wordt een grote zorg voor Sporting met het oog op het komende seizoen, want ook rond Kemar Roofe, de huidige nummer één in de pikorde, blijven er voorlopig grote twijfels hangen.
GOEDKEURING VAN KOMPANY
Toch zullen coach Vercauteren en speler-inspirator Vincent Kompany ongetwijfeld tevreden zijn met de prestatie tijdens de tweede oefenmatch. Want zoals eerder gesteld pakte Sporting toen uit met een onorthodox elftal, dat bovendien weinig tot geen automatismen bezat. Het was overigens ook interessant om te zien hoe enkele spelers zich profileerden na een langdurige blessure, uitleenbeurt of zelfs in de vergeethoek beland te zijn. Het stokpaardje van Kompany bleef in die tweede oefenpartij tegen Saint-Etienne helemaal overeind, en dat was het grote aandeel balbezit. Sporting behield een aandeel van 56%, wat exact hetzelfde percentage is zoals het seizoensgemiddelde van vorig jaar.
Onder het bewind van Vercauteren werd een meer realistische aanpak gehanteerd dan de tiki-taka-filosofie die Kompany wilde doorvoeren, maar het spel van Anderlecht bleef en blijft nog steeds georiënteerd op een goede passing. Ook de ploeg van de tweede wedstrijd tegen Saint-Etienne volgde die instructies heel erg goed op. Het percentage balbezit lag in het verlengde als dat van vorig seizoen, maar ook de passing op zich was beter. In het Stade Geoffroy-Guichard noteerde Anderlecht een zuivere passing van 88%, wat 2% beter is dan het seizoensgemiddelde van vorig jaar. Bovendien kon RSCA de bal ook langer bijhouden per opgezette aanval, en dat zal het duo Vercauteren-Kompany ongetwijfeld plezieren, al moet er wel meer dreiging voortvloeien uit die goede en ruime passing.
Bij die goede en kwaliteitsvolle passing verdient doelman Wellenreuther wel een speciale vermelding. Bij Anderlecht wordt de opbouw steevast van achteruit geconstrueerd, waarbij de doelman de eerste pion is. De Duitse nieuwkomer onderscheidde zich op dat vlak, en distribueerde de bal op een bijna foutloze wijze. 92% van zijn 39 passes kwamen effectief terecht bij een ploegmaat, en dat is een serieuze verbetering tegenover zijn passing-statistieken bij Willem II vorig seizoen. Toen lanceerde Wellenreuther gemiddeld 'maar' 20 passes per wedstrijd en dat aan een accuraatheid van 78%. De verwachte nummer twee in de doelmannen-hiërarchie past zich dus al wonderwel aan aan de filosofie van Anderlecht, en we mogen ook zeker zijn clean sheet niet vergeten, want Wellenreuther had dus flink wat werk te verrichten in Frankrijk.
WIE KRIJGT KANS BIJ 'ANDERLECHT A'?
De dubbele winst in en tegen AS Saint-Etienne zorgt ongetwijfeld voor een serieuze mentale opsteker bij RSC Anderlecht. Het 'A'-elftal van de eerste wedstrijd liet daarin een sterke indruk na, en daar kan coach Franky Vercauteren dan ook verder op borduren. Maar ook 'Anderlecht B' liet veelbelovende zaken zien, waarbij speler-inspirator Vincent Kompany vooral de goede passing zal opgemerkt hebben. Aan de technische staff om te bepalen of enkele spelers van deze tweede wedstrijd een basisplaats verdienen in het type-elftal dat de club voor ogen heeft komend seizoen.
POLL: Moeten enkele spelers van 'Anderlecht B' een kans krijgen in het type-elftal?