De beursgang van Club Brugge kaapte enigszins de actualiteit, maar de komende dagen is onze aandacht toch vooral op de kwartfinale van de Croky Cup gericht. Daar is de traditionele G5 dit jaar nog eens integraal van de partij, wat in deze fase van het toernooi doorgaans al niet meer gezegd kan worden. AA Gent sneuvelde echter reeds tegen Eupen, wie weet de voorbode van nog een aantal verrassingen. Per slot van rekening waren die de laatste jaren schering en inslag in de beker. Tijd om het format te herzien?
Onder andere Vincent Kompany, Hein Vanhaezebrouck en Mbaye Leye deden deze week, al dan niet tevergeefs dus, hun best het belang van de beker te benadrukken. Logisch, want zowel voor Anderlecht, AA Gent als Standard is het (deels) dé manier om hun seizoen – en in het geval van Leye zijn eigen nekvel – te redden. Ook voor John van den Brom in Genk staat er nog steeds flink wat druk op de ketel, terwijl Club Brugge van de dubbel vooraf reeds een hoofddoel maakte. Per slot van rekening blijft het niet alleen de kortste weg naar Europa, maar bovenal een potentiële trofee in de prijzenkast. Toch neemt niet iedereen de Croky Cup even serieus. En dat heeft niet alleen met de naamswijziging in 2015 te maken.
DEVALUERING VAN DE BEKER
Vanaf dat moment werd het bekertoernooi namelijk tevens in waarde gedevalueerd. De winnaar kreeg nog altijd het beste ticket voor de Europa League, maar in tegenstelling tot voorheen ging dat niet langer naar de verliezend finalist indien de zegevierende ploeg via de competitie een betere plaats wist af te dwingen. Doorstoten tot op de Heizel op zich werd zo een minder lucratieve doelstelling. Alleen mits winst verschafte de finale voortaan immers nog toegang tot het Europees toneel, zo niet was het allemaal een maat voor niks. Door de hervormingen van de UEFA is de Belgische bekerlaureaat nu tot overmaat van ramp niet meer rechtstreeks geplaatst voor de groepsfase van de Europa League, maar dient ze nog een voorronde af te werken. Met de nieuwe Conference League weliswaar als vangnet.
Zelf doet de KBVB ook weinig moeite om de Croky Cup op te waarderen. Zo klaagde Vanhaezebrouck terecht het amateurisme aan door in deze fase van het toernooi geen VAR te voorzien. Reden daarvoor was het feit dat de nederlaag van zijn elftal tegen Eupen niet eens op televisie werd uitgezonden. Ook daar is de interesse dus duidelijk tanende, net als bij de clubs zelf. Uiteraard blijft de beker een prijs, waarmee topteams hun seizoen kunnen redden of palmares aanvullen. Voor kleinere ploegen vormt een eindzege dan weer een historische gebeurtenis, zoals KV Mechelen, Zulte Waregem en Lokeren in het recente verleden nog ondervonden. Met uitzondering van nieuwe speler aan de top Antwerp, zijn zij in de voorbije 15 edities de enigen die het kleinood uit handen van de klassieke G5 konden houden.
BENE-LIGA BELEMMERINGEN
Op de erelijst lijkt het dus wel mee te vallen, maar haast jaarlijks horen we toch de bedenking dat niet alle topclubs voluit gaan in de beker. Tot de kwart-, halve of in sommige gevallen zelfs pas de finale zelf komt het toernooi op de tweede plaats, met andere objectieven als de titelstrijd, een plek in PO I of het Europees parcours die de voorkeur wegdragen. Hetzelfde geldt voor mindere goden die nog in volle degradatiestrijd zijn verwikkeld, zelfs als ze een unieke kans hebben om het tot bij de laatste vier te schoppen. Kijk maar naar Cercle Brugge, dat met een half B-elftal Anderlecht bekampt. Behalve bij een mooie affiche, met name een klassieker of derby, is ook de interesse van het publiek gering. Vandaag mogen er sowieso geen fans in de tribunes, maar of die anders zouden vollopen is nog maar de vraag.
Niet voor het eerst pleiten wij daarom voor een nieuwe formule. De voorbije jaren won het idee van een BeNe-Liga alsmaar meer voorstanders, maar zelf staan we niet bepaald te popelen voor dat idee. Wat ons betreft resten er per slot van rekening nog iets teveel kinken in de kabel, met het vraagstuk omtrent de verdeling van de Europese tickets als voornaamste hinderpaal. Ook het lot van de kleinere clubs die uit de boot vallen, vormt een stevige knoop. Mochten de teams uit de Lage Landen echter werkelijk naar elkaar willen toegroeien in een poging de Europese grootmachten het vuur meer aan de schenen te leggen, kan een gezamenlijke beker misschien een eerste stap betekenen in dat proces.
BENE-CUP ALS COMPROMIS
In onze opzet zou er dan sprake zijn van drie toernooien, met naast de Belgische en Nederlandse beker tevens een BeNe-Cup. Die laatste start in de 1/16 finale, met de acht hoogst geklasseerde ploegen van het vorige seizoen uit de Jupiler Pro League en Eredivisie. Zij beginnen in aparte potten en ontmoeten zo in de eerste ronde sowieso een tegenstander van buiten de eigen landsgrenzen, eventueel in een vast stramien: de kampioenen tegen de nummers acht, vicekampioenen versus de nummers zeven enzovoort. Nadien wordt, net zoals in elk andere knock-outtoernooi, de loting gerespecteerd. Op die manier krijgen de topclubs – en andere stakeholders als de tv-rechtenhouder – hun verhoopte grote affiches, zonder dat daarom halsoverkop twee aparte competities de duimen leggen door te fuseren.
Kleinere teams krijgen er, naast de PO's, dan weer een motivatie bij om in de top acht te eindigen. Zo zouden momenteel Beerschot en OH Leuven zich mogen opmaken voor een bezoek aan Amsterdam en Eindhoven. De rest van België en Nederland strijdt dan elk onderling voor hun landelijke trofeeën. Zoals dat vandaag het geval is dus, maar zonder de toppers. Natuurlijk boeten die bekers op die manier aan waarde in, al staat daar wel wat charme tegenover. Clubs die anders weinig kans maken op een eindzege krijgen namelijk de gelegenheid om hun prijzenkast te vullen, waarbij we vooral denken aan de reeds genoemde middenmoters. Nog mindere goden, niet enkel uit het profvoetbal maar tevens uit de lagere regionen, kunnen dan weer ouderwets stunten. Iets wat tegenwoordig zelden gebeurt.
KOMPANY IN DE KUIP
Uiteraard zullen we de sporadische bezoekjes van Anderlecht aan Club Luik missen, hoewel die nu ook niet ieder jaar op het programma staan. Bovendien is het een minder erg vooruitzicht dan dat van de BeNe-Liga, waarbij de kleintjes zeker kunnen fluiten naar de essentiële recettes die de thuisduels tegen de grote kanonnen met zich meebrengen en hun voortbestaan al helemaal in gevaar komt. Dan oogt een BeNe-Beker minder ingrijpend, meer zelfs: naar onze mening kunnen de KVO's en STVV's van deze wereld zelfs hun voordeel doen. Wij stellen immers voor om niet alleen aan de BeNe-Cup een Europees ticket te verbinden, maar het overgebleven zitje in de voorronde van de Europa League aan een van de winnaars van de nationale varianten toe te kennen. Zij mogen dan onderling uitmaken wie ermee gaat lopen.
In totaal vier finales dus, een mooi perspectief, met minstens één en potentieel twee internationale affiches. Nu kan het natuurlijk zo uitdraaien dat we in de BeNe-Beker een volledig Belgische dan wel Nederlandse finale krijgen, of dat beide Europese tickets naar twee teams uit hetzelfde land gaan. Dat risico nemen we er evenwel graag bij, net zoals we de weliswaar pittoreske partijen van onze topclubs op de velden van derde –of vierdeklassers met plezier inruilen voor De Kuip of de Johan Cruijf ArenA. Zij kunnen zich zoals Kompany, Bart Verhaeghe, Peter Croonen en tal van anderen wensen zo eindelijk meten met hun Nederlandse tegenhangers, zónder daarom meteen álles overhoop te gooien. In een BeNe-Liga hebben we weinig trek, maar een gemixte beker ter vervanging van – of liever als aanvulling op – de vrij zoutloze Croky Cup kan ons dus wél bekoren. Nu alleen de smaak nog aan de man brengen.