RSC
Anderlecht beleeft geen hoogdagen op het sportief gebied. Zondag werd Sporting door KRC Genk uitgeschakeld in de halve finale van de beker, waardoor de Belgische recordkampioen een nieuwe deceptie rijker werd. Het was even zoeken, maar toch viel er één verrassend lichtpuntje vast te stellen in de ploeg van Vincent Kompany: Elias Cobbaut. Al kreeg die na de match tegen Genk ook de nodige kritiek te slikken van de immer kritische achterban.
ZELDZAME UITBLINKER
Als er dit seizoen één zaak is waarop RSC
Anderlecht kan bouwen, dan is het de verdediging wel. Vincent Kompany weet zijn defensieve pionnen opvallend goed te plaatsen, en het resultaat mag ook gezien worden. Na
Club Brugge beschikt Anderlecht namelijk over de tweede minst gepasseerde verdediging van de
Jupiler Pro League. Maar dat was er zondagavond niet aan te zien. De paars-witte achterhoede stapelde de individuele fouten op, en dat werd cash uitbetaald door KRC Genk. Killian Sardella, Matt Miazga en Kemar Lawrence kregen allen een dikke onvoldoende op hun matchrapport.
Killian Sardella verving in extremis de geblesseerde Michael Murillo, maar het 18-jarig jeugdproduct overtuigde niet. Ook Kemar 'Taxi' Lawrence was geen stabiele factor, waarbij vooral zijn bedroevend slechte passing echt pijnlijk om zien was. Amper 64 procent van zijn verstuurde passes kwamen ook aan bij een ploegmaat, en da's echt wel ontoereikend als verdediger. Matt Miazga was dan weer de grootste schlemiel, de Amerikaanse huurling ging twee keer in de fout bij beide tegendoelpunten. We vragen ons af of moederclub Chelsea deze match ook gezien heeft?
En als de verdediging van Anderlecht al een offday heeft, dan betekent dat onvermijdelijk slecht nieuws voor het algemene spelpeil van de ploeg. Het verdict zondagavond was dan ook onverbiddelijk: geen gedroomde bekerfinale voor Vincent Kompany en de zijnen. Tussen alle grote kritiek en negatieve commentaren viel er opvallend genoeg toch nog één lichtpuntje te constateren. Elias Cobbaut liet defensief namelijk een goede indruk na tegen Genk, waarin hij veruit de best presterende verdediger was bij Anderlecht. Voor Cobbaut was het nog maar zijn tweede basisplaats sinds hij eind augustus zijn enkel brak tegen KV Oostende.
GESLAAGDE RENTREE
In aanloop naar de halve finale tegen KRC Genk omschreef Vincent Kompany deze belangrijke wedstrijd als de match van het jaar. Door de blessure van sterkhouder Hannes Delcroix had Kompany geen andere keus dan de recent herstelde Elias Cobbaut op te stellen. 't Was een sportief risico, zeker door de grote belangen die op het spel stonden. “Elias heeft gedaan wat nodig was om terug te keren”, pompte Kompany daags voor de match zijn verdediger wat moed in op zijn perspraatje. “Wij moeten hem nu vertrouwen geven.”
En Elias Cobbaut betaalde dat in hem gestelde vertrouwen alvast terug. Althans, in de mate van het mogelijke uiteraard. De 23-jarige verdediger bevindt zich uiteraard nog niet aan de top van zijn kunnen, en dat is alvast logisch gezien zijn lange inactiviteit van eind augustus tot en met maart. Toch was-ie zondagavond de minst slechtste verdediger bij Anderlecht. Cobbaut was als linker centrale verdediger vooral op het defensief vlak een rots in de branding bij Anderlecht. Hij hield samen met Josh Cullen bijvoorbeeld Kristian Thorstevedt uit de match, dé Genkse man in vorm.
KNAPPE CIJFERS
Elias Cobbaut had zondagavond bijzonder veel werk op te knappen, maar hij wist op het defensief gebied steeds de juiste oplossingen te vinden. Bij Anderlecht ondernam bijvoorbeeld geen enkele speler meer verdedigende acties dan Cobbaut, die tegen Genk elf desbetreffende stuks achter zijn naam had staan. Aan de overzijde van het veld werd zijn positionele collega Carlos Cuesta op dat vlak opvallend minder gesolliciteerd - slechts drie defensieve acties moest de Colombiaan namelijk ondernemen. Of hoe de centrale verdediging van Anderlecht toch vaker onder druk werd gezet dan die van de Limburgers.
Elias Cobbaut was dus erg nadrukkelijk aanwezig op het defensief gebied, en hij was daarin ook bijzonder efficiënt. Tien van de elf verdedigende duels wist hij namelijk als winnaar af te sluiten. Dat is een gemiddelde van maar liefst 91 procent, waarmee Cobbaut de absolute primus was bij Anderlecht. De combinatie van het aanzienlijk aantal acties gecombineerd met de hoge mate van efficiëntie zorgt ervoor dat Cobbaut de onbetwiste defensieve leider was van Sporting. Alleen spijtig dat-ie ook de enige verdediger was op dat niveau.
(TERECHTE) KRITIEK VAN DE FANS
Hoewel de defensieve prestatie van Elias Cobbaut tegen KRC Genk uitermate goed was, kwamen zijn minpunten ook terug aan de oppervlakte. Zo was hij vooral in balbezit geen betrouwbare factor in de ploeg van Vincent Kompany, ook al was zijn passing-zuiverheid evenwel niet zo dramatisch als die van Kemar Lawrence (64 procent). Cobbaut zelf haalde 79 procent maar dat is algemeen gesteld een ontoereikend gemiddelde, en al zeker voor een centrale verdediger wiens passing doorgaans onberispelijk moet zijn. Cobbaut stond eerder al te boek als een beperkt uitvoetballende speler, en die status lijkt hij nu dus opnieuw te bevestigen.
Daardoor zit Vincent Kompany wederom opgescheept met een moeilijk en complex dilemma. Elias Cobbaut was tegen KRC Genk op defensief vlak veruit de best presterende Anderlecht-speler, maar anderzijds viel hij op het voetballend gebied andermaal door de mand. In de veeleisende visie en filosofie van Kompany wordt de combinatie van beide gevraagd, maar voorlopig helt de balans van Cobbaut nog duidelijk over naar het defensieve, eerder dan het naar uitvoetballende aspect. Maar ook de fans van Anderlecht verwachten nog veel meer van Cobbaut wanneer hij zich in balbezit bevindt. Dat maken de vele reacties op Twitter duidelijk kenbaar.