Na 93 jaar dienst neemt AA Gent donderdag afscheid van het Jules Ottenstadion. Dat het niet alleen voor de supporters een emotionele avond zal worden, mag duidelijk zijn.
VoetbalNieuws blikt met enkele oudgedienden terug op hun periode in
den Ot. In dit artikel laten we Gunther Schepens aan het woord.
De veertigjarige Schepens is tot op heden de laatste speler uit de Gentse kweekvijver die het wist te schoppen tot Rode Duivel en een internationale carrière kon uitbouwen. Momenteel is de voormalige middenvelder bij AA Gent aan de slag als scout en vanaf volgend seizoen draagt hij de titel van technisch coördinator.
Voor de gewezen international wordt de laatste match in een vol Ottenstadion geen ontroerend afscheid. “Ik heb eigenlijk al meer dan tien jaar de tijd gehad om het stadion uit te zwaaien. In 2000 ben ik als aanvoerder van
de Buffalo’s nog mee naar het stadhuis gegaan om de plannen van een nieuwe voetbalarena voor te leggen.â€
“Ik vind het heel positief dat AA Gent vanaf volgend seizoen in een nieuw stadion speelt. Dat betekent dat de club groeit. In mijn tijd waren er nog staanplaatsen, hé. Toen die verdwenen, was dat ook een evolutie. De verhuis naar het Arteveldestadion is een serieuze stap vooruit en zeker een verbetering.â€
“Uiteraard koester ik mooie herinneringen aan het Ottenstadion. Het is hier dat ik debuteerde in eerste klasse.†Schepens stond als negentienjarige tussen namen als Erwin Vandenbergh, Frank Dauwen en Eric Viscaal. “Nog voor de match tegen Standard moest beginnen, was ik al onder de indruk. Toen stond er slechts veertien man op het wedstrijdblad. Het was dus niet evident om als jeugdspeler speelkansen te krijgen. In de laatste minuten van die partij heb ik nog gescoord.â€
Voetballers zijn geboren grappenmakers, dat zal in de tijd van Schepens niet anders zijn geweest. Toch laat de ex-analist niet het achterste van zijn tong zien wanneer we dat onderwerp aankaarten. “Ik kan momenteel alleen maar grappen bedenken die niet voor publicatie vatbaar zijn
(lacht).†Dat geloven we graag.