Ricky van Wolfswinkel mag de komende periode hopen op zijn tweede interland in het shirt van Oranje. De spits van Sporting Lissabon reist met de selectie van het Nederlands elftal af naar Azië en hoopt dat hij zijn minuten mag maken. Tijdens de trip hoopt hij veel te leren van collega-aanvaller Robin van Persie.
Dat de internationals de halve wereld over moeten reizen voor twee interlands doet Van Wolfswinkel niet veel. "Mij hoor je niet klagen. Ik heb er heel veel zin. En hoe lang ik dan in een vliegtuig moet zitten, maakt me niet uit", zegt de aanvaller in gesprek met het
Algemeen Dagblad.
Drie jaar geleden maakte Van Wolfswinkel voor het laatst deel uit van de selectie van Oranje. Toen mocht hij in augustus 2010 zijn debuut maken in de oefenwedstrijd tegen Oekraïne. "De vorige bondscoach werkte met een vaste groep. Nu is het anders. Ik wist wel dat ik werd gevolgd", aldus Van Wolfswinkel.
Gedurende het voorbije seizoen had de voormalig aanvaller van FC Utrecht en Vitesse regelmatig contact met assistent Danny Blind. "Die belde me wel eens op. Dan vertelde hij dat hij een wedstrijd had gezien, en praatten we over situaties in het veld. Die betrokkenheid van de staf gaf me een goed gevoel."
De aanvaller, die komende zomer een
transfer maakt naar Norwich City, beseft zich goed dat hij bij Oranje vooral genoegen zal moeten nemen met een rol op het tweede plan. "Van Persie is dé spits van het Nederlands elftal. Van een speler als Robin kan je alleen maar genieten. Dat is wereldtop. Voor mij is hij een voorbeeld. Daar ga ik graag achter zitten."