Elf Italiaanse clubs, waaronder Juventus en Napels, zijn doorverwezen naar de sportrechter wegens vermeende boekhoudfraude tijdens bepaalde transfers van spelers, zo maakte de Italiaanse voetbalbond bekend. De betrokken clubs worden ervan beschuldigd meerwaarden kunstmatig te hebben gecreëerd dan toegestaan.
Door de hogere waardes van de spelers leek hun boekhouding meer in evenwicht en kenden de clubs geen problemen om hun nationale licentie te bekomen, aldus de verklaring van de Federatie. Naast Juventus en Napoli zijn de andere drie genoemde clubs Sampdoria, Genoa en Empoli.
De betrokken clubs riskeren vooral grote boetes. Ook worden zo'n zestig bestuurders en spelervertegenwoordigers doorverwezen naar de rechtbank. Ze riskeren straffen die kunnen gaan van geldboetes tot schorsing van hun activiteiten.
CROSS SALES
Daar stopt het niet voor Juventus. Sinds november is de Oude Dame het doelwit van een onderzoek naar vermogenswinsten die tussen 2019 en 2021 zijn geboekt.
"De verdachtmakingen gaan over het geven van valse informatie aan investeerders en het produceren van facturen voor niet-bestaande transacties", verklaart het parket van Turijn.
Onderzoekers wijzen al jaren op de 'valse uitwisselingen' die op de transfermarkt gebeuren. Cross sales heet het fenomeen, waarbij een speler in een deal tussen twee clubs wordt overgewaardeerd. Die kunstmatige meerwaarden houden de financiële boeken dan aan beide kanten in evenwicht. Verder wordt Juve ervan verdacht privé-loonovereenkomsten te hebben gesloten. Onder meer Paulo Dybala, Federico Bernardeschi en Adrien Rabiot worden genoemd in Italiaanse media.
De naam van Napoli in deze zaak valt door het dossier van Victor Osimhen. In 2020 maakte hij de overstap van Lille. Napoli zou rond dezelfde tijd vier onbekende spelers aan de Franse club hebben 'verkocht', voor een totaalbedrag dat volgens de pers weinig in verhouding staat met de echte waarde van de spelers.