Het bestuur van Club Brugge besloot het deze zomer over een andere boeg te gooien. Om het vertrek van hoofdcoach Alfred Schreuder op te vangen, koos de clubleiding immers voor een interne oplossing door assistent-trainer Carl Hoefkens te promoveren. Maar die heeft niet bepaald een vlotte start gemaakt.
Met de Supercup heeft Hoefkens weliswaar al een eerste prijsje beet, de competitiestart valt dan weer dik tegen. Na amper drie speeldagen bedraagt de achterstand op rivaal Antwerp FC al vijf punten. Er zit ook weinig lijn in het geleverde spel en defensief staat Blauw-Zwart telkens te trillen op zijn benen. De ploeg van Hoefkens staat dus allerminst op punt. Maar de omstandigheden waarin hij moet werken zijn dan ook niet evident.
Waar Club de voorbije jaren zijn selectie telkens redelijk intact kon houden, verloor het met Charles De Ketelaere en Stanley Nsoki al twee sterkhouders. Normaal gezien komt daar ook Noa Lang bij. Daar tegenover werden wel enkele nieuwkomers aangetrokken en er zal ongetwijfeld nog meer versterking volgen, maar die aanwinsten moeten telkens ook ingepast worden. "Voor het eerst sinds lang zal Club Brugge zich niet verbeteren in de komende tijd. Ze zullen eerst weer moeten heropbouwen. Te beginnen met de komst van een extra centrale verdediger", stelt analist Alexandre Teklak dan ook bij La Dernière Heure.
MEER KNEEDBAAR
Niet bepaald dus een ideale situatie voor een beginnend hoofdcoach. Teklak vermoedt echter dat de Brugse clubleiding net daarom voor Hoefkens koos. "De situatie moet lastig zijn voor de Brugse coach. Maar ik denk dat Hoefkens net om die reden gekozen is voor dit seizoen. Hij was al van Club en heeft een meer kneedbare en volgzame kant dan Schreuder. Het bestuur wou iemand die de situatie zou accepteren, namelijk dat de club vooral veel geld zou verdienen aan de verkoop van spelers. Een andere trainer, met een rijker palmares, zou dat minder snel accepteren."