Voor Anderlecht werd Deadline Day een heuse afknapper, want het vond geen nieuwe linksachter en moest in zijn zoektocht naar een nieuwe spits uiteindelijk vrede nemen met het plan C. Voor de komst van Islam Slimani bewandelde Anderlecht immers eerst de pistes van Tolu Arokodare en Amine Salama, maar het kon geen van beide strikken. Vooral de manier waarop de transfer van Arokodare hen ontglipte, deed veel stof opwaaien.
Alles leek in orde om de jonge Nigeriaanse spits binnen te halen, want Arokodare had zelfs al zijn medische testen afgelegd. Maar daarna reed de speler plots naar KRC Genk en zette hij zijn handtekening bij de competitieleider. Bij Paars-Wit voelden ze zich bekocht en hekelden ze de handelswijze van Genk en vooral de betrokken makelaars, onder wie ook Didier Frenay.
Die laatste geeft in Het Laatste Nieuws zijn versie van de feiten en legt de schuld voor het mislukken van de transfer bij Anderlecht zelf. Jesper Fredberg had bij Frenay geïnformeerd naar Bamba Dieng, die echter van Marseille naar Lorient trok. De makelaar stelde daarop zelf Arokodare voor, maar Fredberg antwoordde niet op die suggestie. Enkele dagen later ontdekte Frenay dat Anderlecht via een andere makelaar Arokodare probeerde binnen te halen, ondanks dat hij een mandaat van de speler had.
OOGSTEN WAT JE ZAAIT
Genk meldde zich vervolgens wel bij Frenay met een aanbieding die de makelaar interessanter vond. Niet alleen staat de leider er sportief beter voor, ze schotelden Arokodare meteen een contract voor 4,5 jaar voor, terwijl Anderlecht hem slechts wou huren met aankoopoptie. Door de eerdere handelswijze van Fredberg vond Frenay het niet nodig om Anderlecht in te lichten over het Genkse aanbod.
"Zij hebben geprobeerd Tolu van ons te stelen, en da’s niet correct. Ik stuur berichten en krijg geen antwoord, wat wil je dat ik doe?", besluit de makelaar. "Ik ken Jesper Fredberg niet, maar zo werkt het toch niet. Je oogst wat je zaait."