Bij RSC Anderlecht is het uitvallen van Thomas Delaney een zware domper. De Deense middenvelder was in geen tijd uitgegroeid tot een bepalende speler. Tegen KAS Eupen kon zijn vervanger niet overtuigen. Ook Gert Verheyen geraakte niet onder de indruk.
Amadou Diawara mocht opdraven als zijn vervanger. De ervaren middenvelder speelde degelijk, maar meer ook niet. Aan de bal blijft het een probleem en positioneel is Diawara ook niet bepaald een zekerheid. Théo Leoni en Mats Rits haalden een hoger niveau.
Diawara kan niet overtuigen
Commentator Peter Morren was niet echt overtuigd van de prestatie van de ex-speler van AS Roma en Napoli. "Of het nu 70 of 85% is, ik ben er niet kapot van. Gaat het nog iets worden, Gert?”, vroeg hij aan co-commentator Gert Verheyen. "We hebben hem nu al te vaak gezien om te verwachten dat het nog iets gaat worden. Het is wat het is, denk ik.”
Diawara toont genoeg inzet en inzake werkkracht valt hem niets te verwijten. Inzake voetballend vermogen en impact op het spel is het simpelweg te weinig. Hij kan zijn ploeg niet sturen en voor een speler met dat loon (1,5 à 2 miljoen euro bruto) moet en mag je meer verwachten.
Sterke Leoni en Rits
Tegen Eupen waren Leoni en Rits bij de beteren bij Anderlecht. Het blijft vreemd hoe een achttal dagen geleden bepaalde waarnemers Leoni eventueel uit de ploeg zagen verdwijnen. Hij is al heel het seizoen bijzonder goed op dreef en neemt de ploeg zelfs vaak bij de hand.
Met 5 assists en 1 goal in 9 duels heeft hij bovendien cijfers van een ‘nummer 10’. Hij zorgt dus voor genoeg aanvoer. Rits kwam tegen Eupen ook meer in het strafschopgebied van de tegenstander, dus aanvallend zijn er veel mogelijkheden op het middenveld bij RSCA.