De Engelse Premier League werd vrijdag opgeschrikt door een juridisch bommetje. Zo kreeg Everton FC een reductie van tien punten opgelegd wegens inbreuken op de financiële regelgeving. En er hangen nog meer donkere wolken boven Goodison Park.
In het Engelse voetbal toont men niet langer genade voor inbreuken op de Financial Fair Play-regels, zeker niet voor de steenrijke clubs uit de Premier League. Dat mocht Everton aan den lijve ondervinden. De Toffee's kregen een zware sportieve sanctie opgelegd en zakken door de puntenaftrek naar een gedeelde laatste plaats.
De club uit Liverpool kreeg deze straf opgelegd voor structurele verliezen. Over een periode van drie jaar mag een club maximum 120 miljoen euro verlies maken, daar zat Everton zwaar over. Bovendien zaten de documenten die eigenaar Farhad Moshiri inleverde om zijn onschuld te bewijzen vol met onjuistheden.
Concurrenten ondernemen stappen
Dat Everton nu zo'n zware sportieve straf krijgt, bewijst dat het 'zero tolerance'-beleid definitief in werking is getreden. Al valt het afwachten of dit beleid ook wordt doorgetrokken naar de topclubs als Chelsea en Manchester City. Ondertussen moeten de Toffee's echter vrezen voor nog meer consequenties.
In navolging van het onderzoek van de bevoegde instanties, hebben enkele concurrenten immers ook zaak aangespannen. Leicester City, Burnley FC en Leeds United degradeerden in de voorbije seizoen uit de Premier League ten voordele van Everton. Zij zouden volgens The Daily Mail in actie zijn geschoten.
De facto degradatie
De genoemde clubs zouden onder meer een schadevergoeding eisen die kan oplopen tot liefst 300 miljoen pond. Daarnaast zou echter ook een nieuwe sportieve sanctie kunnen volgen zoals een puntenreductie van 9 stuks. Dat zou quasi zeker voor degradatie zorgen en in dat geval zouden de sportieve én financiële gevolgen niet te overzien zijn ...