Antwerp FC wil dit weekend tegen Cercle Brugge zijn eerste punten in de Champions' Play-Offs veroveren. Daarvoor rekent de Great Old onder meer op de uit blessure teruggekeerde Mandela Keita. De vraag is echter hoe lang de middenvelder nog op de Bosuil zal te bewonderen zijn.
Sinds Paul Gheysens de club in handen kreeg, maakte Antwerp een indrukwekkende opmars richting de top van het Belgische voetbal. Maar die sportieve successen hadden natuurlijk wel een serieus prijskaartje. De winst was dan ook te beperkt om de enorme kosten te dekken en Gheysens, die bovendien financiële klappen incasseerde bij enkele van zijn bedrijven, kon natuurlijk niet blijven bijsteken.
Cashen op Keita?
Bijgevolg werd in januari al de tering naar de nering gezet. Zo werd goudhaantje Arthur Vermeeren voor een recordsom aan Atlético Madrid verkocht. Een halfjaartje vroeger dan oorspronkelijk gepland. Maar zijn opbrengsten, samen met de verdiensten in de CL, hielpen wel om de cijfers ietwat in evenwicht te brengen. Desondanks wordt in de zomer allicht nog een sterkhouder te gelde gemaakt.
Zo wordt Keita al een tijdje gelinkt aan een vertrek. De controlerende middenvelder liet dan ook al heel wat mooie dingen zien bij de Great Old. Bovendien is hij inmiddels international en op zijn 21ste heeft Keita nog heel wat groeimarge. Er zou alvast interesse vanuit Engeland, Spanje en Italië heersen in de controlerende middenvelder. "Ik lig nog tot 2028 onder contract en voel geen rush om al te vertrekken", zegt hij daar nu zelf over bij Het Nieuwsblad.
Dromen van topcompetitie
Maar de financiële realiteit kan er voor zorgen dat die 'rush' er bij de club wél is. Keita is immers één van de spelers uit de selectie die een grote marktwaarde vertegenwoordigen en dus een pak miljoenen in het laatje kan brengen. Bovendien spreekt een overgang naar een Europese topcompetitie hem zelf natuurlijk ook aan. "Ik wil ooit de Europese top bereiken, maar ik wil stap voor stap mijn tijd nemen", blijft hij nuchter. "En de weg tussen 'interesse' en iets 'concreet' is soms lang. Gelukkig heb ik mensen rondom mij die zich daarbij bezig houden, zodat ik alleen maar aan voetbal moet denken."