De eerste terugwedstrijd in de halve finales van de Champions League heeft alvast voor sensatie gezorgd. Borussia Dortmund zorgde voor een verrassing van formaat door ook in de terugmatch PSG te kloppen en zich zo voor de finale te plaatsen. In Parijs konden ze amper hun ogen geloven.
Het lot was PSG echter niet gunstig gezind. Na een flauwe eerste helft versierden ze na rust kans op kans, maar het doelhout leek wel vervloekt. Zaïre-Emery en Mendes trapten op de paal, terwijl in de slotminuten Mbappé en Vitinha nog de lat troffen. Daardoor bibberde Dortmund naar een 0-1-zege.
Ongeloof dat PSG niet scoorde
"Het is bijna niet te geloven dat we geen enkele keer scoren", zuchtte ook Luis Enrique na de match bij Movistar. "We hebben over twee matchen zes keer het doelkader getroffen. 31 doelpogingen, maar geen enkele goal. Wij hadden drie expected goals. Zij hadden er 0.7, maar ze scoren wel."
De Spanjaard nam de pijnlijke uitschakeling wel sportief op. "Ik wil Dortmund feliciteren. Ik denk dat wij niet minder waren over de twee wedstrijden, maar het resultaat is er wel. Ik wens hen het beste voor de finale. Wij gaan ons nu herpakken."
Champions League is vervloekt voor PSG
Voor PSG blijft de Champions League zo voorlopig een ongrijpbare droom. De club werd in 2011 overgenomen door Qatar Sports Investment met slechts één doel: de beker met de grote oren binnenhalen. Dertien jaar later is dat echter nog altijd niet gelukt.
Het dichtste kwam PSG in 2020, toen het de finale bereikte. Daarin moesten ze echter de duimen leggen voor Bayern München. Een jaar later haalden ze ook nog eens de halve finale, maar toen was Manchester City de spelbreker. Dit leek een unieke kans op een tweede finale, maar het mocht dus weer niet zijn.