Het is Paris Saint-Germain andermaal niet gelukt om de Champions League te winnen. Dinsdagavond sneuvelde de steenrijke Franse club in de halve finales tegen Borussia Dortmund. Binnen de club was het geloof in een goede afloop nochtans wel heel erg groot.
Sinds de Qatarese eigenaars de plek zwaaien in het Prinsenpark, is het winnen van de Champions League het grote doel bij de Franse kampioen. Maar telkens liep het ergens wel fout. In 2020 werd weliswaar de finale gehaald, daarin toonde Bayern München zich echter te sterk.
Dit seizoen leek er een grote kans te liggen om het opnieuw minstens tot de finale te schoppen. Nadat het eerder al Real Sociedad en FC Barcelona uitschakelde, nam PSG het in de halve finales op tegen Borussia Dortmund. Op papier de minst sterke ploeg van de vier halve finalisten.
Enorme dosis pech
Maar opnieuw werd het een kater voor de Parijzenaars. Dortmund, momenteel slechts vijfde in de Bundesliga, wist op eigen veld namelijk te winnen met 1-0. In principe was er dus nog heel wat mogelijk voor de return in de Lichtstad. De Duitsers wisten het echter opnieuw met 0-1 te halen.
Al moet gezegd dat daar wel een pak meeval bij was gemoeid. Net als in de heenmatch kreeg PSG immers een pak goed kansen. Voor eigen volk werd maar liefst vier keer het doelhout geraakt. Maar op de één of andere manier wou de bal er maar niet ingaan voor de Ligue 1-grootmacht.
Voorbereidingen op finale
Achteraf was de teleurstelling dan ook bijzonder groot in het Parijse kamp. En onthullingen van L'Equipe maken de uitschakeling nog wat pijnlijker. Blijkbaar was men er intern heilig van overtuigd dat PSG de scheve situatie op eigen veld alsnog zou rechtzetten. In die mate zelfs dat de voorbereidingen op de finale al waren ingezet. Verschillende medewerkers hadden de opdracht gekregen om de trip naar Wembley al tot in de puntjes voor te bereiden, zo zeker was men van een goede afloop. Hun werk kon echter de prullenmand in gesmeten worden.