Binnen een dikke week is het alweer zover, dan begint RSC Anderlecht aan de voorbereiding op het nieuwe seizoen. Ondertussen is er wel nog een pak werk op te knappen op de transfermarkt. En uitgerekend nu wordt sportieve baas Jesper Fredberg gelinkt aan een vertrek.
Tegen het einde van 2022 viel het sportieve beleid bij Anderlecht in Deense handen. Zo werd Fredberg aangesteld als CEO Sports. Die plaatste vervolgens enkele landgenoten, waaronder coach Brian Riemer, op enkele strategische posities. Maar die ingrepen leverden aanvankelijk niet zoveel op. RSCA werd zelfs pas elfde in de eindklassering.
In de zomer volgde echter een spectaculair transferoffensief. En die kwaliteitsimpuls wierp zijn vruchten af. Bij aanvang van de voorlaatste speeldag stond RSCA zelfs alleen aan de leiding. Maar uiteindelijk lukte het niet om de titel over de streep te trekken. Toch is men binnen de club toch tevreden over de stappen die gezet zijn.
Interesse uit eigen land
Komend seizoen maakt Anderlecht immers zijn rentree op het Europese toneel. En om daarin een rol van betekenis te kunnen spelen, is het noodzakelijk om een selectie te hebben die voldoende sterk is in de breedte, zeker gezien het nieuwe format van de UEFA-competities. Fredberg weet dus wat hem te doen staat.
Maar uitgerekend in zo'n drukke periode, wordt de Deen plots gelinkt aan een vertrek op Neerpede. Zo raakte onlangs bekend dat FC Kopenhagen hem wil aantrekken als sportief directeur. En de interesse van zijn landgenoten blijkt behoorlijk concreet. Toch hoeft Paars-Wit voorlopig niet te vrezen.
Gelukkig in Brussel
Zo beweert La Dernière Heure dat Fredberg momenteel geen intentie heeft om te vertrekken. De Deen wil zijn lange termijn-project bij Anderlecht verder zetten en mikt komend seizoen onder meer op een goede campagne in Europa. Bovendien voelt hij zich goed op zijn plek in Brussel.
Overigens liggen de carrière-ambities van Fredberg veel hoger dan Kopenhagen. Tot slot heeft hij bij Anderlecht een contract van onbepaalde duur. Ploegen die hem willen wegplukken, zullen dus een (aanzienlijk) afkoopvergoeding moeten dokken.