Club Brugge verdiende afgelopen zomer een pak miljoenen met de verkoop van Igor Thiago en Antonio Nusa, maar kon zijn overige sterkhouders wel aan boord houden. Ook Andreas Skov Olsen bleef uiteindelijk op post. Daar komt in de komende mercato's echter mogelijk verandering in.
De Bruggelingen wisten in het recente verleden verschillende spelers te verpatsen voor bedragen van 20 miljoen euro of meer. Dat lijstje werd tijdens de zomermaanden aangevuld met Thiago en Nusa. Die eerste trok voor een recordbedrag naar Brentford, terwijl RB Leipzig zijn clubkas plunderde voor de jonge Noor.
Die transferinkomsten hadden echter nog een pak hoger kunnen liggen. De Belgische kampioen besloot namelijk om Raphael Onyedika en Andreas Skov Olsen niet verkopen. Nochtans leek het bij de start van de transferperiode een uitgemaakte zaak dat de middenvelder en aanvaller zouden vertrekken.
Feyenoord afgewezen
Na een matige start van de competitie wou men een dragende speler als Onyedika echter niet meer verliezen. En voor Skov Olsen bleef de interesse aanvankelijk relatief beperkt. In het uiterste slot van de mercato drukte Feyenoord wel nog stevig door voor de Deen. Bij gebrek aan de mogelijkheid om nog een relevante vervanger te halen, besloot Club echter om niet mee te werken met de Rotterdammers.
Skov Olsen, die nog een contract tot medio 2026, bleef dus in Brugge. Dat deed hij zeker niet met tegenzin, deze week nog liet hij verstaan zich erg goed te voelen bij Blauw-Zwart. De aanvaller maakt zich ook sterk dat hij in de komende maanden alles zal blijven geven voor zijn club. Maar het blijft wel zijn bedoeling om op termijn een nieuwe stap te zetten.
Ambitie in buitenland
Dat geeft de speler zelf eerlijk toe in gesprek met Bold.dk. "Ik heb altijd van mijn tijd in Brugge genoten en het blijft zaak om de club te blijven helpen waar ik kan. Maar op een bepaald moment zou ik graag een nieuwe uitdaging aangaan en mezelf testen in een andere omgeving", klinkt het duidelijk. "Of Priske (coach van Feyenoord, red.) in januari terug komt aankloppen? Dat weet ik niet, we zullen zien",