Manchester United wist vorig weekend Brentford met 2-1 te verslaan en dat was een broodnodige zege voor Erik ten Hag. De Nederlandse trainer stond de voorbije weken immers alweer zwaar onder druk, want zijn ploeg miste haar start dit seizoen alweer volledig.
Na acht speeldagen staat Man Utd pas op de twaalfde plaats in de Premier League met een schamele 11 op 24. Ook in de Europa League kon het nog niet overtuigen. In de eerste twee matchen in de league phase tegen FC Twente en FC Porto raakte het telkens niet verder dan een gelijkspel.
Ten Hag wou middenvelder absoluut niet kwijt
Nochtans was United in de zomer weer behoorlijk actief op de transfermarkt. Het gaf meer dan 200 miljoen euro uit aan de komst van Yoro, Ugarte, De Ligt, Zirkzee en Mazraoui. Die eerste kwam door een blessure echter nog niet in actie, terwijl Ugarte maar niet in de ploeg raakt.
Op het middenveld greep Ten Hag dan maar terug naar good old Christian Eriksen, die nochtans al maanden niet meer van de bank geraakt was. Dat kwam ook omdat de Nederlander op het middenveld een andere pion zeer tegen zijn zin zag vertrekken.
McTominay moest weg door Financial Fair Play
Hij gaf tegenover de Britse pers aan dat hij niet blij was dat Scott McTominay aan Napoli verkocht werd. "Ik wilde echt niet dat Scott verkocht werd en naar Napoli vertrok", vertelde hij. "Onze club moet zich echter aan de Financial Fair Play-regels houden en daarom moesten we hem verkopen."
De 27-jarige Schot was onder Ten Hag nochtans ook veelal invaller, maar was wel een nuttige en multifunctionele pion op het middenveld. Hij kon zowel op de zes als acht uit de voeten en depanneerde soms zelfs in de spits. McTominay wou echter meer spelen en Napoli legde een dikke 30 miljoen euro op tafel voor zijn komst. Met twee goals en een assist in zijn eerste zes matchen is dat alvast een goede deal gebleken.