KRC Genk heeft zondagmiddag een dure nederlaag geleden. De competitieleider ging met 2-0 onderuit op het veld van Club Brugge, dat zo tot op één nadert in het klassement. Achteraf liet trainer Thorsten Fink dan ook een gepikeerde indruk achter.
De Limburgers waren sterk aan het seizoen begonnen en wisten te charmeren met behoorlijk dominant en aanvallend voetbal. Maar de laatste weken verliep het spel steeds moeizamer. Die negatieve lijn werd doorgetrokken in Brugge. Zo kwam de herfstkampioen opvallend behouden voor de dag.
Op een plaatsbal van Tolu Arokodare na, liet Genk in de eerste helft amper noemenswaardige kansen noteren. En na de pauze was er nauwelijks beterschap wat dat betreft. Arokodare liet weliswaar een strafschop liggen en Zakaria El Ouahdi strooide lustig met flankvoorzetten, maar voorts was Genk offensief onmondig.
Behouden aanpak
Achteraf werden dan ook vragen gesteld bij de aanpak van de Limburgers, vooral dan in de aanvangsfase. Zo leek Genk vooral te spelen met de intentie om de kloof van vier punten in het klassement intact te houden, in plaats van de voorsprong verder uit te bouwen. Daar kreeg Fink logischerwijs dan ook vragen over.
Maar de Duitser was daar niet echt mee opgezet. "Natuurlijk wilden we winnen. Als je dat niet zag, dan is het oké. We hebben verloren, dat kan gebeuren. Ze waren gewoon iets beter. Het is geen Playstation, hé", klonk het gepikeerd bij Sporza.
Sterk Club Brugge
Fink vindt dan ook dat de nederlaag meer te maken heeft met de kwaliteit van de tegenstander dan met de instelling van Genk. "Ze zijn de nummer 1 van België, ook al staan wij momenteel op kop in het klassement. Als Bayern München tegen Dortmund speelt, zegt Dortmund ook: Waarom? Bayern is een beter team. Natuurlijk was dit een uitgelezen kans, maar soms komt er ook wat geluk bij kijken. Het was mijn plan om de wedstrijd te controleren en tegen te prikken op de counter. Dat is niet gelukt. De verklaring? De sterkte van de tegenstander."