Anderlecht-verdediger Roland Juhász kreeg afgelopen weekeinde de rode kaart tijdens de wedstrijd tussen Anderlecht en Oud-Heverlee Leuven (1-1). De Hongaarse verdediger werd uiteindelijk niet geschorst door het bondsparket, maar scheidsrechtersbaas Robert Jeurissen verdedigd de beslissing van Frederik Geldhof.
Het was vrij duidelijk te zien dat Juhász de bal speelde. "Maar het is niet zo omdat een speler de bal raakt, hij geen fout kan maken", begint Jeurissen. "Hij kan ook met zijn andere voet de speler onderuit halen. Maar de scheidsrechter kon hem niet anders dan rood geven. Hij had gefloten en aangezien Juhász de laatste man was, moest hij van het veld."
Er zijn nog enkele criteria waaraan de overtreding moet voldoen om de rode kaart voor te geven. "De speler die de fout begaat, moet de laatste man zijn, het slachtoffer moet in balbezit en op weg naar het doel zijn en hij mag niet te ver van het doel af zijn."
"Maar het is ook een interpretatie van de scheidsrechter. Hij moet deze beslissing ook nemen in een fractie van een seconde. Juhász maakte zeker geen brutale fout, maar als de scheidsrechter fluit, moet hij rood geven", aldus Jeurissen.