Spelers zoals Romelu Lukaku, Vincent Kompany, Thibaut Courtois, Kevin De Bruyne en vele andere braken eerst door in België. Anderen kozen voor het snelle geld, zoals Matthias Bossaerts en Adnan Januzaj. Bob Browaeys van de KBVB ziet het positief in voor de Belgische clubs.
"Bij jonge spelers groeit het idee dat een overstap naar het buitenland een keuze is voor het snelle geld. Het ideale traject is: de jeugdopleiding afmaken bij een Belgische profclub, twee of drie seizoenen in het eerste elftal spelen en pas dan, als je daar uitblinkt, de stap zetten naar een topcompetitie. Belgische eersteklassers geven de jeugd ook veel meer kansen dan vroeger. Ze hebben ontdekt dat daar flink mee te verdienen valt", vertelt hij in
Knack.
"Tien jaar geleden kreeg een jeugdspeler pas een kans als een basisspeler onbeschikbaar was, en dan liefst nog na het sluiten van de transfermarkt. Zelfs Vincent Kompany kwam bij
Anderlecht pas in de ploeg toen Glen De Boeck zich blesseerde. Zijn doorbraak was een eerste vingerwijzing, maar wat Ajax destijds deed met jongeren als Jan Vertonghen en Thomas Vermaelen heeft onze clubs definitief wakker geschud. Als je zo goed kunt voetballen met jongens van bij ons, waarom zou je die dan aan het buitenland laten? En ook: waarom zou je buitenlandse clubs al dat transfergeld laten opstrijken? Als opleider betreur ik die 'economische insteek', maar hij betekende wel de aanzet tot een jeugdvriendelijker voetbalklimaat."