Tegenwoordig trekken Belgische spelers alsmaar sneller naar het buitenland, in de selectie van de nationale ploeg zaten voor de laatste interland tegen Saudi-Arabië zelfs amper drie spelers uit de Jupiler Pro League in de kern. Dat was in het verleden wel eens anders. Toen kozen spelers er vaker voor in België te blijven.
Zo komt bijvoorbeeld gewezen Anderlecht-verdediger Olivier Suray met een opvallend verhaal. "Toen ik dankzij het Bosman-arrest kon vertrekken bij Anderlecht (in 1996, nvdr), had ik Luciano D'Onofrio als makelaar. Dankzij hem kon ik tekenen bij Porto en Bordeaux. Die clubs werden me op een schoteltje aangeboden, ik had maar te kiezen en te tekenen", vertelt hij in La Dernière Heure.
Een transfer kwam er uiteindelijk niet. "Ik heb naar D'Onofrio gebeld om hem te zeggen dat ik zou terugkeren naar Charleroi omdat ik aan het scheiden was van mijn vrouw. Ik heb er soms wel spijt van. Als ik bij één van die clubs gaan spelen was, had mijn carrière ongetwijfeld een andere wending genomen." Suray speelde na Anderlecht voor Charleroi, Standard, Altay SK, Adanaspor, SK Beveren, La Louvière, Bergen en het Finse AC Allianssi, waar hij betrokken raakte in de affaire rond gokchinees Zheyun Ye.