Pieter Vink is nog steeds overtuigd van zijn beslissingen die hij zaterdagavond maakte bij de wedstrijd tussen FC Groningen en RKC Waalwijk (2-1). De arbiter nam een aantal cruciale beslissingen, waardoor RKC zich benadeeld voelde. Toch was er bij Vink geen enkele sprake van twijfel.
Bij alle drie de strafschoppen die de scheidsrechter gaf, was Vink na afloop nog altijd vastbesloten, zo ook bij de eerste penalty die gegeven werd na een handsbal van Groningen-verdediger Kees Kwakman. "Ik zie dat de bal wordt voorgetrokken. Kwakman springt op met zijn armen op een niet natuurlijke houding en daar krijgt hij hem vol op. Ik had geen enkele twijfel in het veld en nu ik het terugzie is dat bevestigd", aldus Vink tegenover de
NOS.
Bij de eerste strafschop voor Groningen was er volgens de Waalwijkers totaal geen sprake van opzet van Henrico Drost. Vink was resoluut. "De bal wordt voorgetrokken en Drost staat op een dusdanige afstand dat hij zijn handen weg kon trekken. Op het moment dat hij de bal met zijn handen raakt, fluit ik, dus voor mij geen enkele twijfel", stelt de arbiter.
Ook de beslissing om Guy Ramos van het veld te sturen, vond Vink achteraf de juiste. "Ik zie Michael de Leeuw in het strafschopgebied met Ramos in zijn rug. Ramos pakt hem vast en komt ten val. Als ik een strafschop geef, is het dus ook een rode kaart. Het was een duidelijke scoringskans en die werd hem ontnomen. Ook daar heb ik geen seconde over getwijfeld."
De laatste beslissing van Vink, was de meest discutabele. Een vrije trap van twintig meter afstand van Rasmus Lindgren ging via de onderkant van de lat over de doellijn. Toch werd er geen doelpunt toegekend aan de Groningers. "Dit is absoluut niet te voorkomen. Mijn assistent staat bij de muur, dat kan hij niet zien. Zolang we geen elektronische hulpmiddelen hebben, zal dit altijd blijven gebeuren", concludeert Vink.