Mooie liedjes duren niet lang. Zeker niet Achter de Kazerne, waar de grootste toptalenten telkens al na een handvol wedstrijden voor een pak geld worden weggeplukt. In dat rijtje past nu ook Aster Vranckx, die het seizoen gelukkig wel nog uitdoet bij KV Mechelen alvorens naar Wolfsburg te trekken. Een vroege stap richting de top in wat een grote carrière belooft te worden voor de pas 18-jarige middenvelder. Al zou het ons evenmin verbazen mocht hij eerst toch nog een kleine omweg maken.
Wouter Vrancken had het snel gezien. In de turbulente zomer van 2019, wanneer bekerwinnaar Malinwa in nasleep van Operatie Propere Handen nog niet weet of het in 1A dan wel 1B zal aantreden, krijgt het dan 16-jarige jeugdproduct volop zijn kans in de voorbereiding. Vranckx maakt meteen indruk en staat ei zo na zelfs aan de aftrap in de Supercup tegen Genk, al blijft zijn debuut uiteindelijk beperkt tot een korte invalbeurt. De eerste échte kennismaking met zijn kwaliteiten volgt dan ook pas bij zijn vuurdoop in de competitie op speeldag drie, uitgerekend op bezoek bij Anderlecht – waar Vincent Kompany dan nog maar net aan zijn beruchte Project is begonnen.
PRIMUS INTER PARES
Wanneer rechtsback Jules Van Cleemput een paar minuten voor de pauze geblesseerd uitvalt, aarzelt Vrancken geen moment om te schuiven met zijn pionnen en het jonge veulen reeds voor de leeuwen te gooien. Niet veel later wordt doelman Yannick Thoelen ook nog eens uitgesloten, maar in plaats van de tiener weer naar de kant te halen – wat veel coaches zouden doen – laat Vrancken hem staan. Een terecht teken van vertrouwen, want het toneel blijkt niet te groot voor de jongste speler op het veld. Integendeel: te midden van alle Brusselse groeibriljanten die het Lotto Park die dag aan het werk te zien krijgt, waaronder Jérémy Doku en Yari Verschaeren, schittert de ster van Vranckx veruit het felst.
Als buffer voor de defensie levert hij een uiterst volwassen prestatie af en imponeert Vranckx direct met zijn kracht, inzicht, balvastheid, techniek en lef. Eigenschappen die, zeker op zijn erg jeugdige leeftijd, uiteraard bij iedereen in het oog springen. KV Mechelen anticipeert gepast op de aandacht en schotelt het raspaardje drie dagen later prompt een nieuw contract tot 2022 voor. Nadien gooit een blessure even roet in het eten, gevolgd door een invalbeurt aan de rust bij een 3-0 achterstand in Gent en een eerste basisplaats tegen KV Kortrijk. Een succes wordt dat echter niet, en Vranckx verdwijnt een tijdje naar het achterplan. Tot de winterstop komt hij niet meer in actie, vaak zit het talent zelfs in de tribune.
VISIE VAN VRANCKEN
"Aster moet zich geen zorgen maken", drukt Vrancken de nuchtere en mentaal sterke jonkie, die in de tussentijd geregeld zijn opwachting maakt bij de nationale U19, evenwel op het hart dat er snel nog kansen zullen volgen. Geen loze belofte, want dankzij een goede winterstage – en de afwezigheid van Joachim Van Damme en Rob Schoofs – mag hij in de eerste match na nieuwjaar starten tegen Standard. Vranckx trekt andermaal prima zijn streng, alvorens de strijd na iets meer dan een uur met last aan de hamstrings te staken. Vervolgens blijft hij tegen AA Gent en Cercle Brugge een hele wedstrijd op de bank, maar dan is de trein definitief vertrokken. Met wéér Anderlecht als voornaamste slachtoffer.
Een week nadat hij in Charleroi voor het eerst de 90 minuten volmaakt, én zijn eerste assist geeft, blinkt Vranckx opnieuw uit tegen Paars-Wit. Wederom lijkt hij het grootste talent tussen de lijnen, onderstreept door een domme rode kaart voor Doku vlak voor de pauze. Het contrast tussen de leeftijdsgenoten kan die avond niet groter zijn, want in de tweede helft bezorgt Vranckx met nog een assist én zijn eerste goal KV Mechelen de zege. Zijn nieuwe rol – niet langer als controleur maar hoger op het veld, met zo bovenop zijn recuperaties meer infiltraties in de vijandige zestien – werpt dus meteen haar vruchten af. Vranckx is niet louter beslissend, hij neemt zijn meer ervaren ploegmaats zelfs eigenhandig op sleeptouw.
MOOI VOOR MALINWA
Met tevens een basisplaats in elk van de drie volgende duels lijkt de tiener zijn jeugdclub zo op weg te zetten naar een historische PO I-deelname, tot het coronavirus er helaas anders over beslist. Intussen is zijn naam wel stevig gevestigd, en doorheen de zomer laten diverse teams hun interesse blijken. Niet alleen in eigen land, waar onder meer Club Brugge zijn ontwikkeling nauw opvolgt en Marc Coucke hem na het vertrek van Doku zelfs prompt naar Anderlecht wil halen, maar ook in het buitenland. Het vaakst worden AC Milan en Wolfsburg genoemd, die Vranckx zelfs in januari reeds op hun radar hadden staan. Een Duits bod van zes miljoen blijkt dan nog ontoereikend, nu gaat Malinwa dus wel overstag.
Logisch ook, want de Mechelaars slepen een mooie deal in de wacht. Ruim acht miljoen, waarmee Hassane Bandé van de troon wordt gestoten als recordtransfer, plus bonussen én een percentage op de doorverkoop. Niet mis voor een speler met maar 19 matchen ervaring wiens verbintenis binnen anderhalf jaar afloopt, zeker omdat Vrancken nog tot het eind van de campagne een beroep op hem kan doen. Bovendien zijn die centen meer dan welkom om de schuldenberg verder af te bouwen, én zet KV Mechelen zichzelf zo andermaal op de kaart. Bandé trok in 2018 naar Ajax, eerder dit jaar werd met Manchester City een akkoord bereikt rond Issa Kaboré. Que prestige kunnen de drie duurste vertrekkers wel tellen.
DROOM IN DUITSLAND
Ook de rechtsback, voor wie City na amper vijf wedstrijden 4,5 miljoen op tafel legde, maakt de huidige jaargang trouwens nog rond in het AFAS Stadion. Vandaag zit Kaboré daar aan 17 optredens, tien minder dan Bandé en twee stuks onder Vranckx zijn voorlopig totaal. Lang kunnen ze in Mechelen dus nooit genieten van hun goudklompjes, al had pakweg Doku in Anderlecht eveneens slechts 37 partijen achter de kiezen vooraleer de recordkampioen besloot te cashen. Deels is het dus de trend van deze tijd, met niet te weigeren boden die steeds vroeger binnenstromen. Malinwa scoort alleszins terug punten voor het internationaal aanzien van de club, die zo blijkbaar toch op de route van topscouts blijft staan.
Tenslotte is Wolfsburg, vijfde in de Bundesliga, geen klein bier. Vraag het maar aan Landry Dimata of zelfs Divock Origi, die er hun stempel niet konden drukken. Dat lukte bij Kevin De Bruyne dan weer wel. Vranckx zal nu vast met hem vergeleken worden, al doet zijn lichaamsbouw eerder denken aan de betreurde Junior Malanda – samen met Peter Van der Heyden, Ismail Azzaoui en huidig doelman Koen Casteels een van de zeven Belgen die hem voorafgingen. Hoewel dus niet iedereen er slaagde, lijkt de Volkswagenclub alvast een ideale bestemming voor de polyvalente middenvelder. Duitsland was zijn droom, en met Wolfsburg vond hij er een er een mooie subtopper waar jongeren kansen krijgen.
DUIVELSE VOORBEELDEN
Een tussenstap bij een Belgische topclub zag hij alleszins niet zitten. Dat zulk een opstapje niet per se nodig is om te slagen op een hoger niveau, werd recent nog onder andere door Victor Osimhen (van Charleroi via Lille naar Napoli) en Takehiro Tomiyasu (van STVV naar Bologna) geïllustreerd. Toch leek Vranckx, ondanks zijn ontegensprekelijk talent, dit seizoen nog niet bepaald het Belgisch niveau al ontgroeid. We zagen zelfs de nodige ups en downs, wat uiteraard volstrekt logisch is. Zeker met de mindere prestaties van Malinwa als collectief in acht genomen. De misser tegen KV Oostende en discutabele rode kaart tegen Beerschot vormden de dieptepunten, zijn twee treffers tegen STVV de piek.
Nadien kreeg hij te kampen met opnieuw een blessure, én corona. Zijn fysiek gestel werpt dan ook enigszins vraagtekens op, met kwaaltjes die helaas constant om de hoek lijken te loeren. Samen met zijn zeldzame combinatie van kracht en techniek heeft Vranckx zo veel weg van Mousa Dembélé, al is ook de vergelijking met Youri Tielemans of zelfs Axel Witsel natuurlijk nooit veraf. Stuk voor stuk niet enkel sterke én begenadigde voetballers op het veld, maar tevens geboren leiders ernaast. Ook de jonge Vranckx, die net zoals het drietal hierboven bovendien zowel als nummer zes, acht óf tien inzetbaar is, wordt nu al geprezen door ploegmaats, coaches en externen om zijn weerbaarheid en présence.
INTERNATIONAL IN SPÉ
Geen zwever dus, wat naast zijn intrinsieke capaciteiten zijn slaagkansen in het buitenland bevordert. Hoewel het snel gaat, wordt Vranckx dus allicht niet de zoveelste belofte die zich daar gaat begraven. Integendeel: indien hij zich zo verder blijft ontwikkelen, is Wolfsburg vast geen eindstation. KV Mechelen hoopt het alleszins, niet alleen voor het prestige van de jeugdwerking maar vooral ook voor de kassa die dan nogmaals gespijsd wordt. Al ligt de focus gezien de verrassende plek onderin de stand, zonder twijfel een déjà vu voor heel wat Mechelaars, nu eerst nog op de huidige jaargang. Ook voor Vranckx zelf, die zich ten volle wil blijven geven voor de Geel-Rode kleuren, blijft dat vooralsnog de prioriteit.
Nadien ruilt hij die dus echter in voor het groen van Wolfsburg, niet de favoriete tint in het AFAS Stadion. Mogelijk zal het evenwel niet lang duren vooraleer het Mechels uithangbord weer in het rood te bewonderen valt. Gezien het boontje van Roberto Martinez voor de jeugd, zal een selectie voor de Rode Duivels immers niet lang uitblijven mocht Vranckx vlug een voltreffer blijken in Wolfsburg. Al heeft hij opvallend genoeg zelfs nog geen enkele cap bij de U21 achter zijn naam, en zitten er op het middenveld met onder andere Orel Mangala, Nicolas Raskin, Sambi Lokonga en Bryan Heynen nog een pak andere talenten in de wachtkamer. Succes in de Bundesliga kan hem echter een streepje voor geven.
NOOIT MEER NUMMER 40
De Bruyne, Malanda, Tielemans, Dembélé, Witsel … De voorbeelden voor Vranckx zijn legio. De meest passende vergelijking is echter misschien wel die met Jude Bellingham, de 17-jarige Engelsman die vorige zomer voor 23 miljoen van Birmingham naar Borussia Dortmund trok. Het al even veelzijdige toptalent groeide intussen niet alleen in mum van tijd uit tot international, met het geld dat hij opbracht gaf de tiener een cruciale financiële injectie aan de ploeg waar hij zijn jeugdjaren sleet. Met amper 44 duels op zijn conto bleek het voldoende voor Birmingham om zijn rugnummer 22 voor eeuwig op te bergen. Misschien doet Malinwa er wel inspiratie op, en zien we het nummer 40 nooit meer terug Achter de Kazerne.
Een eerbetoon dus, zoals er doorheen de jaren mogelijk nog velen zullen volgen. Te beginnen na zijn glansrol op het WK 2022 in Qatar? Uiteraard spreken we nu voor onze beurt, en valt niet uit te sluiten dat Vranckx zoals velen voor hem – waaronder Vadis Odjidja, nog zulk een gelijkaardig profiel die in Duitsland mislukte bij Hamburg – door de mand valt. Dankzij zijn unieke mix van techniek, kracht en mentaliteit is er desalniettemin geen haar op ons hoofd dat twijfelt aan zijn potentieel, zelfs als het op korte termijn niet lukt bij Wolfsburg. In dat geval liggen de Belgische topclubs trouwens vast op vinkenslag, en zien we Vranckx wie weet alsnog bij een van hen aan het werk. In de tussentijd is slechts één ding zeker: de Jupiler Pro League is, al dan niet tijdelijk, straks opnieuw een talent van de bovenste plank armer.