De financiële toestand bij Standard de Liège is nijpend. In januari hopen de Rouches om verschillende spelers van de hand te doen, met als doel de grote schuldenput te kunnen dempen. Maar dat lijkt enkel een doekje voor het bloeden te zijn.
ONRUST OP SCLESSIN
Het brandt opnieuw in Luik. Standard de Liège is wellicht de vurigste club van het land en die reputatie doen de Rouches opnieuw alle eer aan. De Luikenaars torsen een schuldenput van maar liefst 51 miljoen euro met zich mee en dat zorgt onvermijdelijk voor een grote onrust. Daarnaast zijn de sportieve prestaties allerminst om naar huis over te schrijven en zit de relatie met de enthousiaste achterban ook al schots en scheef. Het lijkt erop dat de veelbesproken mislukte overname van investeerder François Fornieri een negatief breekpunt was op Sclessin.
Bruno Venanzi, de huidige eigenaar van Standard, is minder slagkrachtig dan zijn collega's in de Jupiler Pro League. Bovendien pakten zijn beslissingen vaak niet uit zoals hij had gedacht, met alle gevolgen van dien. Volgens Roland Duchâtelet, ex-eigenaar van Standard, betaalde Venanzi veel te veel aan veel mensen. Duchâtelet verklaarde aan Het Nieuwsblad bijvoorbeeld dat de loonmassa bij Standard 10 miljoen euro per jaar hoger ligt dan onder zijn bewind. Zeker in de huidige corona-crisis laten zo'n grote tekorten zich pijnlijk voelen.
OVERLEVINGSMODUS
CEO Alexandre Grosjean sprak zich begin december nog uit over de verontrustende financiële situatie aan de boorden van de Samber en de Maas. “We zien af”, vertelde hij toen aan Het Laatste Nieuws. Zonder enige zin voor overdrijving verwoordde Grosjean dat Standard zich in overlevingsmodus bevindt. Het verlies van de wedstrijdrecettes laat zich bijvoorbeeld duidelijk voelen. Per wedstrijd achter gesloten deuren verliezen de Rouches namelijk tussen 350 en 500 duizend euro. Maar daarnaast sluimert er nog een veel groter probleem bij de club.
En dat is de grote loonmassa van de spelersgroep, waar Roland Duchâtelet naar verwees. Begin december was Standard de benodigde maatregelen aan het treffen om de salarislast af te bouwen, maar zo’n werk is niet op één, twee, drie geklaard – zie RSC Anderlecht. In januari hoopt de club dan ook om alvast enkele zware contracten te lozen en op die manier de toekomst van de club veilig te stellen. In enkele specifieke gevallen zal Standard – op enkele uitzonderingen na - zelfs geen (al te grote) transfervergoeding vragen. Zolang de salarislast maar gevoelig afneemt.
OULARE EN AVENATTI: -2,25 MILJOEN
Er wordt deze maand dus een grote exodus verwacht bij Standard, waarbij de club ernaar streeft om terug financiële ademruimte te vinden. Op die manier werden Obbi Oulare en Felipe Avenatti reeds naar de B-kern gestuurd. Beide centrale aanvallers werden aangekocht voor de gezamenlijke som van 7,15 miljoen euro maar daar stonden maar tien gescoorde doelpunten tegenover. Hoewel Oulare en Avenatti over enkele andere specifieke kwaliteiten bezitten, was deze Luikse investering dus erg verlieslatend.
Ondertussen is de marktwaarde van beide spitsen bijgevolg drastisch gedaald tegenover hun oorspronkelijke aanschafwaarde. Standard betaalde in juli 2019 nog 3,4 miljoen euro aan Watford om Oulare permanent in dienst te halen. Vandaag bedraagt zijn marktwaarde 2,5 miljoen euro, dat is een relatieve afname van 26 procent. De devaluatie van Avenatti is zelfs nog extremer. Zijn aankoopprijs van 3,75 miljoen euro is maar liefst 60 procent gedaald tegenover zijn huidige marktwaarde van anderhalf miljoen euro.
Zowel Oulare als Avenatti torsen ook een zwaar contract met zich mee, waardoor het vertrek van deze twee spelers van primordiaal belang is. Niet toevallig werden zij tegelijkertijd verbannen naar de B-kern van Standard. Een beslissing die overigens al genomen werd vooraleer Mbaye Leye als nieuwe coach werd aangesteld. Hoewel het loon van Oulare niet bekend is, zou Avenatti jaarlijks iets minder dan één miljoen euro verdienen in Luik. KV Mechelen toonde eerder interesse in de Uruguyaan, maar Malinwa richt zich op andere opties. Brentford haakte ook al af voor Oulare, maar hij zou nog opties hebben vanuit Turkije.
COP EN SHAMIR: -3 MILJOEN
Het lozen van Obbi Oulare en Felipe Avenatti, al dan niet op huurbasis, is dus de topprioriteit van het Luikse clubbestuur. Maar ook voor een resem andere overbodige spelers wordt er een oplossing gezocht in januari. Duje Cop en Eden Shamir bijvoorbeeld. Door hun tegenvallende prestaties is hun rol uitgespeeld op Sclessin, maar voorlopig is er nog geen concrete interesse voor het duo. Voorlopig werd enkel het Griekse Panathinaikos al gelinkt aan Cop. Standard zal in elk geval ook een stevig verlies lijden in de dossiers van Cop en Shamir.
De Kroatische aanvaller werd in 2017 aangetrokken voor de hoge transfersom van 3,1 miljoen euro, een deal waar zijn voormalige club Cagliari de grote winnaar was. Vandaag bedraagt de marktwaarde van Duja Cop namelijk amper 900 duizend euro. Eden Shamir was een winteraanwinst van vorig seizoen, en zijn waardering kreeg tevens een flinke knauw van 1,8 miljoen euro naar 1 miljoen euro. Dat betekent een respectievelijke relatieve daling in van -71 procent en -44 procent.
CARCELA EN BOLJEVIC: -1,7 MILJOEN
Door de schuldenput van 51 miljoen euro zijn de cijfers in de boekhouding van Standard dus bloedrood. Maar ook het transferbeleid duikt duidelijk onder het nulpunt. Bij de verhoopte uitgaande transfers van Obbi Oulare, Felipe Avenatti, Duje Cop en Eden Shamir zullen de Rouches dus duidelijk zware financiële verliezen moeten slikken. En dan nemen we hun salarispakket nog niet in beschouwing. Maar zelfs bij deze vier overbodige spelers houdt de devaluatie niet op.
De rol van Mehdi Carcela is bijvoorbeeld al langer uitgespeeld op Sclessin. De Marokkaan is één van de absolute grootverdieners bij Standard, maar die titel kan hij niet rechtvaardigen op het veld. Carcela mocht de club al geruime tijd verlaten, maar gezien de precaire financiële situatie vandaag is zijn vertrek van dringend en groot belang. Zijn initiële transfersom van 2,5 miljoen euro compenseren, wordt weliswaar onmogelijk. Ondertussen bedraagt zijn marktwaarde ook nog maar 1,8 miljoen euro.
Voor Carcela is er momenteel nog geen belangstelling, maar voor Aleksander Boljevic wél. De Montenegrijnse international toonde met vlagen zijn kwaliteiten, maar een echte meerwaarde bleek hij niet. Boljevic kan rekenen op de interesse van Sheffield Wednesday en Derby County. Beide Engelse clubs willen de flankaanvaller op definitieve basis aantrekken. Indien een verkoop zou lukken, dan zal Standard ook bij Boljevic een flink verlies moeten slikken. Zijn marktwaarde daalde ondertussen al met één miljoen euro tegenover zijn oorspronkelijke aankoopprijs van 2,2 miljoen euro.
DE GROOTSTE MARGES
Het wordt voor Standard dus een huzarenstukje om deze zes overbodige spelers te verpatsen. Het vertrek van dit zestal moet zorgen voor extra financiële ademruimte, maar het is een utopie om te geloven dat al deze spelers in januari al zullen vertrekken. Bovendien zal Standard bij élk van deze zes voetballers een serieuze boekhoudkundig verlies maken. De grootste winstmarge ligt echter bij de topspelers van de club. Samuel Bastien, Selim Amallah, Gojko Cimirot en Konstantinos Laifis behoren allen tot de waardevolste spelers van de club en zij vertegenwoordigen het grootste kapitaal.
Door de verkoop van dit viertal zal Standard erg snel de schuldenput kunnen minderen. De marges tussen hun aankoopprijs en huidige marktwaarde zijn dan ook erg groot. Samuel Bastien (+4 miljoen euro), Salim Amallah (+5 miljoen euro), Gojko Cimirot (+1,5 miljoen euro) en Konstantinos Laifis (+3 miljoen euro) zijn voor Standard erg interessante pistes om snel te kunnen cashen. Anderzijds zal hun sportief belang duidelijk voelbaar worden. Financiën boven. Het is veelzeggend hoe de financiële situatie er voor staat op Sclessin.
POLL: Is Venanzi de geknipte man voor Standard?