Het gelijkspel in Tsjechië vormde een domper op de feestvreugde, maar al bij al werkten de Rode Duivels hun eerste horde richting het WK 2022 in Qatar zonder veel problemen af. In het drieluik van twee weken geleden, met verder ook Wales en Wit-Rusland als tegenstanders, speelden bovendien een aantal internationals zich in de kijker bij Roberto Martinez met het oog op een EK-ticket voor deze zomer.
Zo lieten onder andere Jérémy Doku en Leandro Trossard een goede indruk na, waarmee beide aanvallers een grote stap zetten om straks tot de 23 gelukkigen te behoren. Tenzij de selectie alsnog zou worden uitgebreid, een maatregel waar de bondscoach zelf alvast vurig naar streeft, worden de plaatsjes er in een aantal andere linies op die manier echter alleen maar duurder op. Op het middenveld bijvoorbeeld is het zelfs bij afwezigheid van Axel Witsel nog maar de vraag of Hans Vanaken én Dennis Praet, allebei trefzeker tegen de Wit-Russen, samen van de partij zullen zijn.
Hoewel Praet eveneens een dijk van een match speelde, solliciteerde vooral die eerste alvast naar een plek in de kern. Vanaken was immers niet alleen goed voor twee goals en een assist, maar legde volgens de statistieken van de voetbalbond daarnaast ook het meeste kilometers af. 11,5 stuks om precies te zijn. De snelste sprint kwam dan weer op naam van Romelu Lukaku, die in Tsjechië een topsnelheid van maar liefst 33,6 kilometer per uur bereikte. Tot slot was Thomas Meunier de primus in de zogenaamde high intensity runs, met 1,66 kilometer aan meer dan 20 km/u tegen Wales.
Speed and Distance. ⚡ #INGFootballTechnology pic.twitter.com/lO7l5PtOI1
— Belgian Red Devils (@BelRedDevils) April 9, 2021