De matchfixing-zaak rond KV Mechelen heeft vrijdag een compleet nieuwe wending gekregen. De rechtbank van eerste aanleg in Brussel heeft de schorsingen die werden uitgesproken voor een deel van het KVM-bestuur en twee betrokken makelaars, immers nietig verklaard. Voor de KBVB, die de schorsingen had uitgesproken, is dit uiteraard een enorme klap.
Tijdens het zogenaamde Propere Handen-onderzoek, dat zich vooral toespitste op financiële malversaties, stuitten de speurders destijds ook op elementen die wezen in de richting van matchfixing. Tegen het einde van het seizoen 2017-2018 zouden enkele bestuursleden van KV Mechelen samen met makelaars Dejan Veljkovic en Walter Wortelmans, getracht hebben om de degradatiewedstrijd tegen Waasland-Beveren te beïnvloeden. Het bondsparket schoot vervolgens in actie en nam het dossier (waaronder de nodige bewijsstukken) zelf in handen, hoewel dit nog lopend was bij de strafrechtbank.
Uiteindelijk werden schorsingen uitgesproken tegen de twee makelaars, alsook tegen bestuursleden Olivier Somers, Stefaan Vanroy, Thierry Steemans en Johan Timmermans. Die schorsingen, uiteenlopend van 3 tot 10 jaar, werden vervolgens ook bekrachtigd door het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS). Maar de beschuldigden legden zich hier niet bij neer. Zo werd een beroepsprocedure opgestart bij rechtbank van eerste aanleg in Brussel. Daar besloot men vrijdag om de schorsingen nietig te verklaren.
PROCEDUREFOUTEN
Dat wil evenwel niet zeggen dat de betrokkenen onschuldig zijn. De rechtbank wees namelijk enkel op fouten in de procedure: de verdediging had immers geen toegang tot dezelfde bewijsstukken als het bondsparket, dat overigens zou geoordeeld hebben op basis van 'selectief' bewijsmateriaal. De zaak zal nu opnieuw voor het BAS moeten verschijnen. Vooral voor de KBVB komt dit vonnis aan als een harde klap.