In de Saudi-Arabische hoofdstad Riyad werd woensdagavond de eerste halve finale van de Spaanse Supercup afgewerkt. En het werd een affiche van formaat, zo namen aartsrivalen FC Barcelona en Real Madrid het tegen mekaar op. Het werd een spannendere Clasico dan verwacht, maar na verlengingen haalde de Koninklijke het uiteindelijk met 2-3.
De Madrilenen, die La Liga tot dusver domineerden, waren vooraf uiteraard de grote favoriet. Maar Barça, dat startte met debutant Ferran Torres in de basis, bood verrassend veel weerwerk. Eden Hazard zag echter van op de bank hoe zijn team toch als eerste toesloeg. Het was de onvermijdelijke Vincius Junior die de score opende. Maar de Catalanen reageerden nog voor rust: de verguisde Luuk de Jong maakte gelijk met zijn derde treffer in evenveel duels. Al klopte hij Thibaut Courtois wel met een pak geluk.
Na de pauze was het balbezit vooral voor Barcelona, toch was het Real dat opnieuw kon toeslaan. Karim Benzema raakte eerst nog de paal, maar mikte niet veel later toch raak. Een nieuwe Clasico-zege leek in de maak voor de Koninklijke. Barça-coach Xavi Hernandez voerde echter enkele tactische wijzigingen door en die pakten goed uit. Via invaller Ansu Fati werd het in het slot van de reguliere speeltijd alsnog 2-2.
DERDE KEER, GOEDE KEER
Verlengingen moesten dus de eerste Supercopa-finalist aanduiden. Daarin kwam Real voor de derde keer op voorsprong en het doelpunt van Federico Valverde bleek uiteindelijk wel voldoende voor de zege. Barça ging dus opnieuw ten onder, maar kan zich optrekken aan een veelbelovende prestatie. Madrid speelt komend weekend de finale tegen de winnaar van het duel tussen Athletic Bilbao en Atlético Madrid.
➡️ ¡A LA FINAL!
— Real Madrid C.F. (@realmadrid) January 12, 2022
🏁 FP: @FCBarcelona_es 2-3 @realmadrid
⚽ L. de Jong 41', Ansu Fati 84'; @vinijr 25', @Benzema 72', @fedeevalverde 98'#Supercopa | #ElClásico | #Emirates pic.twitter.com/jKQBjOTeIv