Begin deze zomer werd KV Oostende officieel failliet verklaard. In samenwerking met KSV Diksmuide werd inmiddels een doorstart genomen in de amateurreeksen, maar het faillissement blijft nazinderen. Oud-eigenaar Marc Coucke besloot zelfs een juridische procedure op te starten.
In 2013 kocht Coucke zich in bij KVO, een jaartje later wist hij zich ook de meerderheid van de aandelen toe te eigenen. Onder zijn bewind beleefde de club een gouden periode. Ook investeerde Coucke de nodige miljoenen in de bouw van een nieuwe tribune. In het najaar van 2017 verraste de zakenman echter door recordkampioen Anderlecht over te nemen. Bijgevolg moest hij KVO weer verkopen.
Dat deed hij uiteindelijk ook, maar dat bleek meteen ook het begin van het einde voor de club. Nadat KVO vervolgens in Amerikaanse handen terecht kwam, werd het verval ingezet. Zowel op sportief als financieel vlak. De problemen waren dusdanig groot dat een tijdelijke bewindvoerder werd aangesteld. Die trachtte nog een overnemer te vinden. Dat lukte uiteindelijk niet en dus werd het faillissement aangevraagd.
Clausule met grote gevolgen
Voor Coucke betekend dat echter slecht nieuws. In de overeenkomst die werd opgesteld voor het gebruik van zijn tribune, stond namelijk een clausule waarbij het stadion terug in handen van de stad Oostende zou komen in geval van een faillissement. Coucke en zijn vennootschap betwisten nu de rechtsgeldigheid van die clausule. Daarnaast wil men juridisch afdwingen dat een plaatsbeschrijving kon worden opgemaakt om de toestand van het stadion en de inboedel vast te leggen.
Er werd dan ook een kortgeding aangespannen, wat aanstaande vrijdag al voor de rechter komt. Daar kan men in Oostende echter niet mee lachen. Burgemeester Bart Tommelein toont zich alvast scherp tegenover Het Laatste Nieuws. "Hij trekt ten strijde trekt tegen de stad waar zijn 'weireldploegske' vandaan komt", aldus de Open VLD-politicus. "Het is eigenaardig dat Coucke de stad nu aanvalt, want wij sturen de curator helemaal niet aan. Hij beslist onafhankelijk."
Belastingbetaler draait op
Tommelein benadrukt overigens dat het beheer van het stadion de stad zelf een smak geld kost. Daarnaast is hij van mening dat het niet aan de bevolking is om op te draaien voor de verliezen van Coucke. "Uiteraard betreuren wij het dat Coucke zijn investeringen niet kan terugwinnen, maar hij zette zelf zijn handtekening onder dat contract. Hij had jaren de tijd om een oplossing te vinden of regeling te treffen. De belastingbetaler kan er toch niet voor opdraaien of medelijden hebben omdat Coucke geld verliest?", aldus de burgemeester.