RSC Anderlecht opent vanavond met een thuismatch, zonder fans, tegen STVV. Paars-Wit kan de criticasters meteen lik op stuk geven door een flitsende match te spelen. Brian Riemer blikte vooruit.
Anderlecht verloor met Kasper Schmeichel, Zeno Debast en voorlopig Ludwig Augustinsson drie basisspelers. Thomas Delaney was een goede ‘twaalfde man’. Paars-Wit heeft nog altijd een stevig elftal, maar het is duidelijk dat er nog wat extra volk bij moet komen door het drukkere seizoen. Sommige analisten doen nu al voorspellingen, 6 weken voor het einde van de mercato, wat dus compleet van de pot is gerukt. Er kan nog veel gebeuren, bij het merendeel van de Belgische clubs.
Hongerig Anderlecht
Riemer heeft er alvast zin in. "We zijn zeer hongerig om te starten. We kenden een goede voorbereiding, maar tegen STVV is het weer anders. Dat er geen fans zijn? Dat is bijzonder jammer, want de fans stuwen ons naar voren. Tegen Wolfsburg waren er 15.000 fans en je zag meteen de impact die ze hebben op de spelers. Tegen STVV zullen de spelers en ik het moeten doen om de match te winnen. Dat er geen fans zijn, zijn geen excuses", zei de coach op zijn persbabbel.
STVV is nog een grote onbekende door alle wijzigingen. "STVV was vorig jaar een van de best voetballende ploegen in België. Zij maakten indruk. Er zijn veel wijzigingen, maar wij hebben respect voor hen. Uiteraard zijn wij de favoriet en willen wij winnen. We willen een statement maken door te winnen. Dat is mijn taak."
Volgende stap zetten
Paars-Wit wil dit jaar zeker zo goed presteren en liefst met wat beter voetbal.
"We willen altijd een volgende stap zetten. Anderlecht kende vorig jaar een best goed seizoen, maar er zijn altijd zaken die beter kunnen. Als je dominant voetbal wil spelen is er één zaak heel belangrijk: en dat is de kwaliteit van de spelers aan de bal. Naast het tactische aspect. We zijn niet de rijkste club en zullen dus spelers moeten verkopen of huurspelers laten gaan. In de voorbereiding zag ik al goede zaken aan de bal en ik hoop dat we dat tegen STVV al kunnen laten zien. We zullen proberen daar een volgende stap in te zetten.”
