RSC Anderlecht heeft zijn fans de afgelopen jaren toch wel weten te verwennen met het aantrekken van een resem bekende namen. Econoom Trudo Dejonghe ziet daar een logische redenering voor. Dat verklaarde hij aan Humo.
Ervaren versterkingen
Anderlecht haalde sinds de komst van Jesper Fredberg ervaren spelers zoals Islam Slimani, Thorgan Hazard, Kasper Schmeichel, Ludwig Augustinsson, Thomas Delaney, Mats Rits, Thomas Foket, Mathias Jorgensen en Leander Dendoncker. Het dient gezegd: geen van hen stelde echt teleur, al moeten we bij de aanwinsten van dit jaar nog even afwachten.
"Anderlecht haalt goede, afgedankte spelers zonder doorverkoopwaarde. Er steekt geen toekomstvisie achter, maar de club heeft geen geld en moet nú een goede ploeg hebben. Als het één keer kampioen speelt en de Champions League in kan, is het financieel gered. Nu moeten ze de eigen jeugd veel te vroeg verkopen. Als ruwe diamanten, nog voor ze die geslepen hebben, en onder de prijs – zie Jeremy Doku of Julien Duranville", laat Dejonghe weten.
Neerpede
Al steekt daar wél een toekomstvisie achter. RSCA wil immers dat die ervaren krachten de jonge garde, voorlopig wegens een gebrek aan echt grote middelen, mee helpen. Dat was vorig jaar alvast een gouden zaak voor iemand als Zeno Debast, die na een sterk seizoen werd verkocht voor 15,5 miljoen euro. Jongens als Killian Sardella en Mario Stroeykens zijn wellicht de volgenden.
Daarachter worden spelers als Tristan Degreef, Nunzio Engwanda en Nathan De Cat klaargestoomd.