Het is intussen al zes jaar geleden dat Operatie Propere Handen in alle hevigheid losbarstte. Het onderzoek bracht een waslijst aan corrupte en witwaspraktijken in de Belgische voetbalwereld aan het licht. Daarnaast kwam in een zijtak van het onderzoek ook de overname van Anderlecht onder een vergrootglas te liggen.
In 2017 zette de familie Vanden Stock een stapje terug bij Anderlecht en zij verkochten hun aandelen uiteindelijk aan Marc Coucke. De flamboyante zakenman, toen nog eigenaar van KV Oostende, wist in het overnameproces onder meer Paul Gheysens af te troeven.
Henrotay en co sjoemelden bij overname Anderlecht
Het parket kreeg echter lucht van onfrisse praktijken bij die overname toen het onderzoek begon te voeren naar makelaar Christophe Henrotay. Die had een mandaat gekregen om een overnemer voor Anderlecht te vinden. Hij bracht Coucke niet aan, maar eiste desondanks een finder's fee van 3 miljoen euro.
Anderlecht liet Coucke opdraaien voor dat bedrag door het contract van Leander Dendoncker, een speler van Henrotay, aan te passen. Daarnaast bleek Anderlecht haar financiële situatie ook rooskleuriger te hebben voorgesteld dan ze werkelijk was tijdens het overnameproces, waardoor Coucke zich uiteraard bedot voelde.
Zaak in november voor de rechtbank
Uiteindelijk werden voor die feiten Henrotay, voormalig Anderlecht-CEO Jo Van Biesbroeck en voormalig manager Herman Van Holsbeeck in staat van beschuldiging gesteld. Zij zullen zich nu ook weldra moeten verantwoorden voor de rechtbank. La Dernière Heure weet dat het onderzoek in een afrondende fase zit.
De raadkamer zou zich vervolgens op 13 november over het dossier buigen. Daarbij zijn het eerst de beklaagden die hun argumenten zullen mogen voorleggen. Het lijkt er dus op dat we snel meer zullen weten over welke straffen er verwacht mogen worden.