Denis Odoi kan met clubs zoals Club Brugge, Fulham en Anderlecht een mooi CV voorleggen. Nu staat de verdediger annex middenvelder nog tot 2026 onder contract bij Royal Antwerp FC. Tegenover Het Laatste Nieuws gaf Odoi een openhartig interview en sprak hij onder meer over zijn toekomstplannen.
Odoi is een jeugdproduct van Anderlecht en KRC Genk en speelde vervolgens bij OHL, STVV, Fulham, Club Brugge en Antwerp. Daar tekende hij afgelopen zomer een tweejarig contract. De Ghanese international is echter al fel bezig met zijn plannen daarna.
Grote verrassing
Odoi is al 36 jaar en denkt weldegelijk al na over een mogelijk voetbalpensioen. Wat hij daarna zal doen ligt nog redelijk open, maar toch kwam een verrassende uitdaging naar de voorgrond. “Ik denk er wel over na. Ik ben fel geïnteresseerd in ‘performance coaching’. Dat is het coachen van atleten of van mensen die ‘high performance’ leveren in de bedrijfswereld - CEO’s bijvoorbeeld.”
Odoi wil aldus mensen helpen na zijn voetbalcarrière. “Zij moeten evenzeer op een hoog niveau en onder druk presteren. Ik kijk naar slaap, voeding, het fysieke, het biomechanische. Het holistische aspect. Ik wil mensen proberen te helpen een betere versie van zichzelf te zijn. Net zoals ik dat probeer te doen op een voetbalveld.”
Niet vanzelfsprekend
Odoi vindt het niet vanzelfsprekend om te weten wat er na zijn voetbalcarrière zal gebeuren. “Nu kom ik op een leeftijd waar ik bijna met pensioen ga, maar mijn leven is nog lang. Wat als ik stop? Welk doel, welke richting wil ik dat leven geven? Waarin kan ik mij vinden en wat vind ik interessant? Ik wil voorbereid zijn omdat ik denk dat het de transitie gemakkelijker zal maken.”
De ervaren rot laat de deur voor het trainerschap nog wel op een kier. “Trainer worden? Goh, veel mensen vragen mij dat. Zeg nooit ‘nooit’, maar… Mijn voorkeur gaat voorlopig uit naar iets anders. Ik wil meer dan nu de vrijheid hebben om tijd door te brengen met mijn kinderen. Het zou tof zijn als ik binnen een paar jaar kan zeggen: ‘We gaan in juli twee weken met vakantie’. Blijf ik in het voetbal, is dat niet mogelijk.”