RSC Anderlecht hoopt zich donderdagavond te plaatsen voor de finale van de Croky Cup. De recordkampioen snakt namelijk naar een nieuwe prijs en de beker lijkt wat dat betreft het meest realistische. Of kan Paars-Wit zich alsnog in de titelstrijd mengen?
In 2017 kroonde RSCA zich voor de 34ste keer tot landskampioen, een aantal waar geen enkele Belgische club nog maar in de buurt van komt. Maar dat werd tevens de laatste grote prijs die de Brusselaars konden bijzetten in hun trofeeënkabinet. Sindsdien staat Paars-Wit droog wat zilverwerk betreft.
Tijdens de voorbije jaren werd het roer dan ook meermaals omgegooid. Nieuwe coaches, sportief directeuren, CEO's, spelers, ... het personeelsverloop was enorm, maar rendeerde niet. Twee derde plaatsen en een verloren bekerfinale was de schrale troost sinds 2017. Daar wil de club zo snel mogelijk verandering in brengen.
Club en Genk te goed
Tenzij Paars-Wit voor een enorme stunt zorgt in de Europa League, lijkt de Croky Cup daarvoor de grootste kans dit seizoen. Op papier kan de landstitel ook nog steeds. Anderlecht telt momenteel wel 15 achterstand op de leidersplaats, maar die kloof wordt bij de start van de Play-Offs door twee gedeeld. En dan kan het snel gaan, kijk naar vorig seizoen.
Desondanks hoeft RSCA niet te veel hoop te koesteren op zo'n scenario. Clubboegbeeld Olivier Deschacht is alvast kristalhelder. "De titel is sowieso onmogelijk, want Genk en Club Brugge zijn te goed dit seizoen. Daar moeten ze zich geen illusies over maken", stelt de oud-verdediger tegenover Sporza.
Sprankeltje hoop
Binnen de club wil men de titel echter nog niet zomaar opgeven. Al beseft men maar al te goed dat het gezien de huidige situatie wel heel erg moeilijk zal worden. "We willen heel graag een prijs. En we moeten realistisch zijn: zoals het er nu naar uitziet, is de beker meer haalbaar dan de titel", klonk het eerder deze week bij preses Wouter Vandenhaute. "Oké, Club Brugge is een machine en KRC Genk speelt minder matchen dan wij. Wij moeten ons vooral kwalificeren voor Play-Off I en dan is alles nog speelbaar", houdt sportief directeur Olivier Renard nog een sprankel hoop.