Landry Dimata is een jeugdproduct van Standard Luik en speelde in het verleden bij RSC Anderlecht en KV Oostende. Nu maakt de 27-jarige spits het mooie weer bij het Turkse Samsungspor. Daar doet hij het niet onaardig. Tegenover Het Nieuwsblad deed Dimata enkele straffe uitspraken.
Dimata doorliep alle Belgische nationale jeugdelftallen en was daar goed op schot. De spits werd dan ook gezien als een groot talent. In de zomer van 2017 maakte hij voor 11 miljoen euro de overstap van KV Oostende naar het Duitse Wolfsburg. Sindsdien ging het echter bergaf.
Rode Duivels
Dimata zit dit seizoen aan drie doelpunten en drie assists in achttien competitiewedstrijden bij Samsungspor. In Turkije heeft hij nog een contract tot 2026 met een marktwaarde van 2,2 miljoen euro. Vorig seizoen was moeilijk voor Dimata en ondanks een zwaar contract werd hij niet verkocht. “Nu je het zegt, dat klopt. Dit seizoen voel ik me supergoed en belangrijk voor de ploeg. Ik speel vooral als aanvaller op de linkerkant, in een 4-3-3, zoals ik ben opgeleid.”
Dimata heeft nog erg straffe ambities en hoopt zelfs nog op de Rode Duivels. “Voetbal is de meest irrealistische sport die er bestaat. Onrechtvaardig zelfs. Er zijn ploegmaats die op de bank zitten, maar het soms meer verdienen om te spelen. Ik denk dat zelfs wel eens van mijn concurrenten. (lacht) Alles is mogelijk. Stel dat ik eindig op zeventien goals en zes assists? Waarom zou ik dan niet weer opgeroepen worden?”
Zware blessure
Dimata had een zware knieblessure en stond 15 maanden aan de kant. “De knie stoort me niet. Die blessure heeft me wel veranderd: ik bereid me voor op een training, ben ernstiger met mijn lichaam, let op mijn voeding. Als speler ben ik intelligenter. Misschien ook een tikje voorzichtiger dan toen ik jonger was, om me niet opnieuw zwaar te blesseren. Maar ik heb geen limieten. Op dat vlak ben ik gek. Een mooie transfer deze zomer – ik heb slechts een jaar contract meer – is het plan. Ik wil graag naar de Premier League.”
Dimata denkt dat hij zonder zijn blessure nu aan de top zou staan. “Ik zat aan dertien goals en ging er dertig maken voor Anderlecht. Die blessure was psychologisch héél zwaar om te verteren. Als ik me niet blesseer, wie weet waar ik nu speelde. Maar ik ben niet depressief. Ik zal altijd blijven lachen. Dat is het leven. Ik blijf geloven dat ik de allerbeste ben. Zelfs al ben ik gek, ik slaag er altijd in die gekheid te rechtvaardigen. Alles wat mensen zeggen dat onmogelijk is, met God is het wel mogelijk. Bel me over een jaar en je zal me gelijk geven.”