De voorbije jaren zag Anderlecht de nodige talenten door de vingers glippen. De meest frappante voorbeelden zijn Noah Sadiki en Lucas Stassin, die bij Paars-Wit geen kansen kregen maar vervolgens elders wel schitterden. Iets meer in de schaduw is ook Antoine Colassin nu aan een goed seizoen bezig.
De intussen 24-jarige aanvaller trok eind augustus definitief de deur van Anderlecht achter zich dicht. Op zijn teller stonden twaalf wedstrijden in de hoofdmacht, maar die dateerden grotendeels intussen alweer van jaren geleden.
Het was immers begin 2020 dat Colassin spectaculair debuteerde. Hij werd door Vincent Kompany voor de leeuwen gegooid in de klassieker tegen Club Brugge en scoorde prompt drie keer in zijn eerste vier matchen.
Colassin kon straf debuut niet doortrekken bij Anderlecht
"Ik denk dat ik toen duidelijk het niveau had om voor de A-ploeg van Anderlecht te spelen", blikt hij terug bij RTBF. "Maar daarna is er veel gebeurd: mijn eerste zware blessure, COVID en enkele slechte keuzes."
Na zijn blessure had Colassin het moeilijk om zijn plaats te veroveren en werd hij uitgeleend aan Zulte Waregem en Heerenveen. Bij die laatste club was de spits graag gebleven, maar Anderlecht haalde hem terug. Een nieuwe kans volgde echter niet.
Genegeerd door Fredberg en Riemer
"Ik heb toen twee weken helemaal alleen rondjes moeten lopen, zonder contact met de groep. Jesper Fredberg en Brian Riemer hebben nooit met me gepraat", zegt Colassin over die periode. "Het is pas later, na een passage bij de U23, dat ik nog een paar minuten heb mogen spelen. Maar ik had dan al door dat Riemer niet op me rekende. Ik was slechts een nummer."
Bij Beerschot doet Colassin het met vier goals en vijf assists in 20 matchen nu wel goed. Zijn toekomst op het Kiel is echter onzeker. "Mijn prioriteit is het behoud met Beerschot, daarna zien we wel. Maar vandaag voel ik me wel een volwaardige eersteklassespeler. Ik heb 1B meegemaakt met de U23 van Anderlecht, daar wil ik niet naar terug."