Bij RSC Anderlecht halen bepaalde spelers een goed niveau, anderen zijn te wisselvallig, andere spelen ronduit matig. Filip Joos velde zijn oordeel over twee jonkies van Neerpede. Ze krijgen kritiek.
Killian Sardella
Killian Sardella was onder Brian Riemer een zeer betrouwbare verdediger. De Deen haalde het beste uit Sardella naar boven, eerst als linksachter en nadien als rechtsachter. Dat niveau trok hij tot aan zijn blessure door onder David Hubert. Sardella speelde ruim een jaar op een hoog niveau, maar sinds Nieuwjaar is het ronduit matig.
"Ik las dan een stuk in Humo dat Kompany het zag zitten in Sardella en het goed zag. Sorry jongens… Neen, Sardella… Hij heeft een goede periode gehad, maar het is toch geen top”, zei hij in 90 Minutes.
Al is Sardella mee het slachtoffer van het voortdurend gewissel van tactisch systeem. Sinds het vertrek van Anders Dreyer zijn er ook geen automatismen. Dan speelt Tristan Degreef er, dan Thorgan Hazard, dan Cesar Huerta. Er is geen stabiliteit. Zo moest Sardella regelmatig als wingback opereren, wat niet zijn sterkte is. Sardella is geen absolute topper, maar wel iemand die zoals pakweg spelers als Roland Juhasz, Silvio Proto & co in het verleden een zeer goede basiskracht is, zonder de smaakmaker te zijn.
Mario Stroeykens
Mario Stroeykens begon zeer goed aan het seizoen en was tot begin december de sterkhouder. Toen viel hij uit met een blessure. Joos is ook kritisch voor hem.
"Stroeykens is ondertussen ook weer zeven matchen weer fit. Dan mag je ook een stilaan terug beter beginnen te spelen, he”, verklaarde hij. Dat klopt niet helemaal.
Stroeykens was out van begin december tot eind januari. Dan speelde hij vijf matchen, en nadien was hij weer bijna een maand buiten strijd met dezelfde blessure. Tien dagen geleden was hij eindelijk weer terug en nog een uur lang de beste speler tegen Standard, tegen Westerlo presteerde hij nadien pover.