Onder impuls van lokale (oud-)studenten, werd in 1891 de 'Brugsche Football Club' opgericht. Daarmee werden de fundamenten gelegd voor één van de meest succesvolle clubs uit de Belgische voetbalgeschiedenis. Het stamnummer 3 versierde 1920 ook al een eerste landstitel. Daarna ging het enkele jaren minder met de grootste club in Brugge. Tot Blauw-Zwart zich in de jaren '70 definitief bij de Belgische top hees.
Nadat de naam werd veranderd naar 'Club Brugge Koninklijke Voetbalvereniging', werd in 1972 beslag gelegd op de tweede landstitel in de clubgeschiedenis. Dat was meteen het begin van een succesperiode die gekleurd werd door illustere clublegendes zoals Raoul Lambert, Julien Cools en trainer Ernst Happel. In 1978 schopt Blauw-Zwart het zelfs tot finale van de Europacup I, die uiteindelijk verloren wordt van Liverpool.
Eind jaren '80 breekt een nieuwe glorieperiode aan die zou lopen tot midden jaren '90. Club kan zijn palmares verder aanvullen met verschillende landstitels en bekers. Het haalt ook opnieuw de finale van de UEFA Cup en neemt als eerste Belgische club deel aan de vernieuwde Champions League. Brugse helden als Jan Ceulemans en Franky Van der Elst zetten ondertussen de lijnen uit bij de Rode Duivels, terwijl buitenlandse aanwinsten als Jean-Pierre Papin en Paul Okon uitgroeien tot smaakmakers op de Belgische velden.
Vlak na de eeuwwisseling blijft Club de prijzen verzamelen onder het bewind van coach Trond Sollied. Die kan rekenen op een nieuwe generatie aan clublegendes zoals Gert Verheyen, Timmy Simons en Dany Verlinden. Maar na de landstitel van 2005 geraakt het stamnummer 3 in verval en breek een bijzonder moeizame periode aan. Tot de ommekeer wordt ingezet onder het bewind van nieuwe voorzitter Bart Verhaeghe en zijn rechterhand Vincent Mannaert.
Het duo moet een tijdje zoeken naar hun succesrecept. Dat wordt uiteindelijk gevonden met de hulp van coach Michel Preud'homme. De bekerwinst van 2015 blijkt uiteindelijk de start van een ongeziene dominantie in het Belgische clubvoetbal. Zo verzamelt Blauw-Zwart landstitels bij de vleet: vijf stuks over zeven seizoenen. Spelers als José Izquierdo, Ruud Vormer en Hans Vanaken stapelen de Gouden Schoenen op. En voorlopig is het einde van die dominantie nog niet in zicht...