Andrei Arshavin is van mening dat men in Europa anders tegen Rusland aankijkt als tijdens het vorige EK. De aanvaller denkt dat zijn land één van de underdogs is om het EK in Polen en Oekraïne te winnen.
De speler van Zenit Sint Petersburg speelt met zijn land in groep A tegen Polen, Tsjechië en Griekenland. Hij denkt dat Rusland in staat moet zijn de groepsfase te overleven. "Onze verwachtingen zijn nu anders, want op het laatste EK (in 2008, red.) verwachtten we niets van onszelf. We waren daar toen gewoon om aan de rest van Europa en de wereld te laten zien dat we in Rusland kunnen voetballen. Dat willen we nu weer doen. We kunnen een positief resultaat boeken, omdat we al lange tijd met elkaar samen spelen", aldus de 31-jarige Arshavin op de website van de UEFA.
Toch ziet Arshavin niet alleen maar voordelen in het feit dat Europa nu beter bekend is met de Russen. "Ik denk dat het beter is als de mensen je niet kennen. Je bent dan onvoorspelbaar voor je tegenstander en er is zeker een vorm van onderschatting. Maar als je gerespecteerd wordt in Europa, betekent dat ook dat je dat zelf hebt afgedwongen", vindt de oud-speler van Arsenal, die deze week door bondscoach Dick Advocaat tot aanvoerder van Rusland werd benoemd. "Dat is een grote eer."