Ricardo Sa Pinto zwaaide vorig weekend af bij Standard na één bewogen jaar, waarin hij met zijn fratsen en uitspraken vaak in de belangstelling stond. Maar de Portugees haalde ook uitstekende resultaten met een tweede plaats en bekerwinst, ondanks dat sommige van zijn keuzes de wenkbrauwen deden fronsen.
Niet iedereen is er dan ook van overtuigd dat Sa Pinto wel zo'n goede trainer is. "Ik vraag het me zelf ook af", zegt Wilfried Van Moer aan Sport/Voetbalmagazine. "Hij heeft tijdens de reguliere competitie stoten uitgehaald waarvan je je afvroeg: wat doet hij nu? Carcela, zijn beste speler, op de bank zetten voor de beslissende match op Oostende? Maar telkens hij iets deed wat op het eerste gezicht gek leek, viel het resultaat mee. Een goeie trainer heeft geluk, en Sá Pinto heeft veel geluk gehad."
"Je spelers gaan daar ook in geloven, als dat een paar keer goed uitpakt. Eerst frons je als voetballer de wenkbrauwen wanneer je coach zijn beste speler niet opstelt, maar als dat lukt en je hebt nog een paar van zulke situaties, dan ga je daarin mee. Ook al wond ik me nog eens op toen hij tegen Club plots Carcela in de punt zette en Renaud Emond naar de rechterflank stuurde, waar hij geen bal raakte. Hij kan dat, op de flank, tegen minder sterke ploegen als er ruimte is, maar nu liep hij zich vast op zijn tegenstander. Maar je kunt niet zeggen dat Sá Pinto een slechte trainer was."