De Pro League stelde onlangs zijn nieuwe regels omtrent spelersmakelaars voor, die opgesteld werden naar aanleiding van het losbarsten van Operatie Propere Handen. Het reglement werd echter niet overal op gejuich onthaald, want vooral de makelaars zelf kantten zich meteen tegen het reglement.
Eén van de twistpunten is dat clubs voortaan geen makelaars meer zullen mogen inschakelen bij inkomende transfers. "De meeste clubs hebben maar een aantal medewerkers om inkomende transfers te doen. Ze rekenen heel vaak op makelaars. Er lopen honderden makelaars rond die iets proberen te realiseren voor die clubs. Als je hen allemaal uitschakelt, dan weet ik niet in welke mate dat gunstig is voor de clubs zelf. En voor de makelaar valt natuurlijk een bron van inkomsten weg", verbaast Stijn Francis zich in De Ochtend.
"Maar wat me vooral opvalt: het gaat niet over de kern van het probleem, namelijk transparantie. De speler zal nu wel op de hoogte zijn van wat zijn makelaar verdient (aangezien de speler zelf zijn commissie op de transfer zal moeten betalen, red), maar dat een makelaar niet tegelijk mag optreden voor een speler en club is volledig in strijd met de realiteit. De Pro League komt zeker tegemoet aan enkele zaken. Maar de Pro League wordt gevormd door de clubs. Niemand hoeft dus verrast te zijn dat het reglement in het voordeel van die clubs is en niet in het belang van makelaars en spelers. Dat frustreert mij wel."