Hedwiges Maduro slaagde er bij Valencia in vierenhalf jaar niet in om een basisplaats te veroveren in het elftal. De oud-speler van onder andere Ajax denkt echter te weten waardoor dat kwam. Dat vertelde de verdediger annex middenvelder van Sevilla in gesprek met
Voetbal International.
"De hoofdreden is dat ik bij Valencia een icoon voor me had", aldus Maduro. "Ik overdrijf niet door te stellen dat David Albelda dezelfde status heeft als Lionel Messi bij FC Barcelona en Francesco Totti bij AS Roma. Bij Sevilla kan ik me focussen op één positie, die van verdedigende middenvelder. In die rol train ik ook dagelijks, er is dus stabiliteit. Bij Valencia werd ik gebruikt voor zó veel posities: controlerende middenvelder, centrale verdediger, rechtsback. Daar had ik de status dat ik overal kon voetballen. Dat was een goede zaak voor het team, maar ik kom me nooit focussen op één vaste plaats."
De rol die Maduro bij Sevilla vertolkt, vergelijkt hij met de rol die Christian Eriksen heeft bij Ajax. "Het is de rol die Eriksen bij Ajax en Theo Janssen bij Vitesse hebben. Bij Sevilla voetbal ik vóór de verdediging met de Chileen Gary Medel, dat is echt een pitbull. Hij is defensief ingesteld, waardoor ik meer mee naar voren kan. Met onze nummer 10, Iván Rakitic, vormen we een driehoek, we hebben de vrijheid van positie te wisselen. Het is lang geleden dat ik mijn rol als middenvelder zo offensief kon invullen. Bij Ajax onder Danny Blind kon ik dat ook, en kort voor het vertrek van Henk ten Cate. Ik wist allang dat ik dit kon, maar je moet ook de kans hebben zo te spelen."