Daar Antwerp FC verschroeiend uit de startblokken kwam na de gewonnen bekerfinale tegen Club Brugge, lijkt er van die positieve flow bitter weinig over te blijven. The Great Old kon nog niet winnen in de huidige jaargang van de Jupiler Pro League en telt na twee wedstrijden amper één puntje. Bovendien brengt Ivan Leko nog niet de gehoopte voetballende vooruitgang waar voorzitter Paul Gheysens zo hard op gehoopt had.
HET DOEL HEILIGT DE MIDDELEN
Ivan Leko schreef als nieuwbakken coach van Antwerp FC een uniek maar fantastisch eerste hoofdstuk. Zijn debuutwedstrijd in de bekerfinale tegen Club Brugge werd onverwacht en onverhoopt gewonnen, waardoor de Kroaat in Deurne-Noord al meteen op handen werd gedragen. In de bekerfinale tegen zijn ex-club pakte hij uit met zijn welbekende uitgebreide tactische expertise, waardoor Antwerp als de grote underdog alsnog de uitgesproken favoriet Club Brugge kon verslaan. Nee, zijn start op de Bosuil had Leko allerminst gemist.
Het uitgangspunt van het wedstrijdplan tegen Club Brugge was voornamelijk ultradefensief gericht, waarbij Leko het de tegenstander erg moeilijk maakte om snel te voetballen en een hoog tempo op te leggen. Door zélf een razendsnelle omschakeling door te voeren, probeerde Antwerp dan om eigenhandig gevaar te creëeren: en dat minutieus uitgetekend plannetje lukte dus wonderwel. Even werd er niet gekeken naar de aantrekkelijkheid van het spel: het doel heiligt de middelen.
Nochtans werd Ivan Leko aangesteld door voorzitter Paul Gheysens en sportief manager Luciano D'Onofrio om de club uit Deurne-Noord naar een hoger niveau te tillen, en dat op alle aspecten van het spel. De voormalige coach Laszlo Bölöni genoot niet het volledige vertrouwen van het clubbestuur, dat verlangend snakte naar een nieuwe coach die aanvallender en dominanter voetbal predikte: enter Ivan Leko. In de bekerfinale greep de Kroaat echter terug naar het beproefde recept van zijn Roemeense voorganger, maar in die éne wedstrijd zullen Gheysens en D'Onofrio een oogje hebben dichtgeknepen. De beker werd gewonnen. En dat pas voor de tweede keer in de clubgeschiedenis.
ALIBI-VOETBAL
Hosanna! Ivan Leko werd – meer dan terecht trouwens – bewierookt als de grote architect van de bekerwinst tegen de grote favoriet Club Brugge. Het spelniveau was toen nog niet top, maar het resultaat was dat wél. De Kroaat hoopte die positieve lijn door te trekken naar de start van de Jupiler Pro League, maar daar loopt het opvallend genoeg heel stroef voor The Great Old.
In de openingsspeeldag raakte Antwerp niet verder dan een 1-1 gelijkspel tegen Moeskroen, en in speeldag twee ging de ploeg van Leko zelfs de boot in tegen Cercle Brugge. Na de draw tegen Les Hurlus greep Leko als excuus nog terug naar de decompressie van de bekerwinst, maar de nederlaag tegen Cercle toonde aan dat er nog meer zorgen zijn op de Bosuil. “Wie me kent, weet waarvoor ik sta. Mooi voetbal, oplossingen vinden, verzorgde opbouw. Ik hou niet van alibi-voetbal. En dat zag ik te veel”, klonk het bij Leko na afloop tegen de Brugse vereniging.
Leko stond bij zijn vorige clubs Sint-Truiden en Club Brugge bekend om zijn voetballende aanpak en verzorgd voetbal. Een new school coach. Maar die pijlers van zijn voetbalfilosofie zijn blijkbaar (nog?) niet ingeslepen op de Bosuil. Bovendien werd het Antwerpse spelniveau in beide partijen getypeerd door veel individuele fouten, slordigheden en bitter weinig creativiteit op het ondersteunende en offensieve vlak. Gewoon ondermaats dus.
MEER LANGE BALLEN DAN ONDER BÖLÖNI
In de eerste twee tegenvallende competitiewedstrijden van Antwerp was het opvallend om zien hoe vaak de ploeg koos voor de lange bal. Tegen Club Brugge werd die aanpak enigszins nog getolereerd en bleek die ook erg succesvol, maar tegen kleinere tegenstanders zoals Moeskroen en Cercle Brugge is dergelijk wedstrijdplan niet meteen logisch te noemen. Het geëtaleerde spel op de mat heeft daarom nog erg veel gelijkenissen met de tactiek van Bölöni, en dat terwijl Gheysens en D'Onofrio net komaf wilden maken met die weinig attractieve aanpak.
In de huidige campagne van de Jupiler Pro League hanteerde Antwerp dan ook een bovengemiddeld aantal lange ballen. Op één ploeg na telt het team van Leko namelijk het meest verstuurde lange ballen van de competitie, en opmerkelijk genoeg ligt dat huidige gemiddelde een pak hoger in vergelijking met het vorige seizoen. Onder Leko werd per wedstrijd gemiddeld maar liefst 58 keer geopteerd voor de lange bal, terwijl dat gemiddelde onder Bölöni vorig seizoen 'slechts' op 45 stuks lag. Met dat gemiddelde van 45 lange ballen per wedstrijd was Antwerp toen de zevende club in de rangschikking der lange ballen.
VEEL PASSES, VEEL BALVERLIES
Hoewel Leko dapper zijn voetballende visie tracht te integreren op de Bosuil, veel positieve signalen zijn daar nog niet van merkbaar. Zijn doorgevoerde en trouwe 3-5-2-formatie zou nochtans voor een vlotte flow moeten zorgen, maar het probleem bevindt zich al bij de eerste stations van de opbouw. Bij elke getrainde ploeg wil Leko dat zijn centrale verdedigers de opbouw naar voren verzorgen, maar bij Antwerp is dat helemaal niet de sterkte van het centrale verdedigende trio Junior Pius, Abdoulaye Seck en in mindere mate Ritchie De Laet.
Pius, Seck en De Laet volgen de orders van Leko wél goed op, want deze drie spelers hebben dit seizoen het meeste aantal passes van hun ploeg verstuurd. In vergelijking met de andere teams uit de Jupiler Pro League is het aantal Antwerpse passes per wedstrijd bovengemiddeld, deels door de vaak gehanteerde lange bal weliswaar, maar erg zuiver is dat uitvoetballen allerminst: de Antwerpse passes verdwijnen met regelmaat in het bezit van de tegenstander. Het is dan ook tekenend dat Antwerp de ploeg is met het op vier na hoogste geleden balbezit van alle teams uit de Belgische competitie.
DE TRANSFERMARKT OP
Hoewel Antwerp het op één na meeste verstuurde passes per wedstrijd telt, daartegen staat een echter enorm groot balverlies. En op zich is dat ook niet zo vreemd, gezien de beperkte uitvoetballende kwaliteiten van de centrale verdedigers. Seck en Pius prijken bijvoorbeeld in de top vijf van Antwerpse spelers die het vaakst balverlies leden dit seizoen. En dat is wél een opvallende en zorgwekkende constatering.
Normaliter behoren creatieve en aanvallende spelers doorgaans bij de primussen onder het geleden balverlies, want dergelijke spelers leggen veel meer risico in hun spel en worden vaker onder druk gezet door hun tegenstander. Dan komt een pass weleens niet toe bij een ploegmaat, of lukt een geslaagde dribbel niet meteen. Maar als centrale verdediger is het doorgaans 'makkelijker' voetballen, omdat er namelijk meer tijd en mogelijkheden zijn.
Vooral Pius zakte tegen Cercle Brugge door de ondergrens, op defensief én uitvoetballend vlak, en hij mocht van geluk spreken dat zijn compagnon Seck meermaals de meubelen redde na slecht verdedigen en dramatisch uitvoetballen. Het lijkt duidelijk dat Leko in Seck en Pius niet zijn gedroomde centrale verdedigers vindt, vooral dan op het voetballend gebied. Hier en daar wordt al luid geopperd dat Luciano D'Onofrio dringend op zoek moet naar versterking voor dat compartiment, maar de Italo-Belg staat erom gekend om mooie transfers te regelen op de deadline van de mercato. En die duurt nog lang. Erg lang. Tot dan zal het wellicht behelpen worden voor Leko & Co.
POLL: Zal Leko het tij nog kunnen keren bij Antwerp FC?