Anderlecht zette de voorbije maanden grote stappen vooruit en wist zich alsnog te plaatsen voor de Champions Play-Off, waardoor het meteen ook zeker is van een rentree op het Europese niveau na twee jaar afwezigheid. De wisselvalligheid is wel nog niet helemaal uit het elftal verdwenen, maar toch zijn er al grote verschillen merkbaar in de ploeg van Vincent Kompany.
Ex-speler Bertrand Crasson wijst een opmerkelijke evolutie aan. "Vincent is zich de laatste weken bewust geworden dat Anderlecht de beste ploeg van het land is... op de tegenaanval", stelt hij bij Sudpresse. "Maar Kompany zal dat nooit openlijk toegeven, want initieel was het in zijn project de bedoeling om balbezit te hebben, op de arrogante wijze van Ajax of à la Guardiola. Hij heeft dat te lang koppig volgehouden, tot hij in extremis de juiste benadering vond. Op dit moment is de counter het sterkste wapen van Anderlecht."
Het was in maart dat Kompany zijn tactiek omgooide. Hij stapte af van zijn 4-4-2 met klassieke buitenspelers als Amuzu, Mukairu of Bruun Larsen en Diaby in steun van diepe spits Nmecha. In plaats daarvan schakelde hij over naar een soort 4-3-3, met Ashimeru in de driehoek op het middenveld met Sambi Lokonga en Cullen of Trebel. Verschaeren en El Hadj fungeren sindsdien als een soort valse wingers, die vaak naar binnen knijpen.