Real Madrid heeft op de derde speeldag in La Liga maar net zijn eerste puntenverlies kunnen vermijden. Het had alle moeite van de wereld met staartploeg Espanyol, dat met een één op zes zijn start helemaal gemist had. Pas in de absolute slotfase verloste Karim Benzema - wie anders - de Koninklijke alsnog in Barcelona.
Carlo Ancelotti rekende zoals gewoonlijk op Thibaut Courtois in doel, maar liet Eden Hazard alweer op de bank plaatsnemen. Hij zag zijn ploeg wel een droomstart nemen, want binnen het kwartier stond Real al op voorsprong. Tchouameni zette met een knappe steekbal Vinicius Junior alleen voor de doelman en de Braziliaan werkte koelbloedig af.
Vlak voor rust viel echter de gelijkmaker uit de lucht. Courtois had aanvankelijk een schot van dichtbij van Joselu nog gekeerd, maar via de rug van Militão viel de bal opnieuw voor de voeten van de Espanyol-spits. Bij zijn tweede poging bleek de Rode Duivel kansloos. In de tweede helft zocht Real lange tijd vruchteloos naar een nieuwe voorsprong.
REDDENDE ENGEL BENZEMA
Tot in de 88ste minuut kersvers UEFA-Speler van het Jaar Karim Benzema alsnog toesloeg. De spits kon aan de tweede paal een scherpe voorzet van invaller Rodrygo van dichtbij binnentikken. In een bewogen blessuretijd zag diezelfde Rodrygo nog een doelpunt afgekeurd worden, maar viel uiteindelijk toch nog de 1-3. Espanyol-doelman Lecomte werd na tussenkomst van de VAR uitgesloten na een fout op Ceballos, waarop Benzema de resulterende vrije trap in de verste hoek deponeerde.
💥 | Thibaut Courtois kan de gelijkmaker van Joselu niet voorkomen. 😬 #EspanyolRealMadrid pic.twitter.com/ZeJBEgMLKG
— Eleven Sports (NL) (@ElevenSportsBEn) August 28, 2022